Het relaas van Lao Mok De man die Khroesjtsjevs weg naar Djakarta effende JF. G. Vlammen NOERITDIN A. MOECHITDINOV Indonesische communisten begerig naar propagandistische successen de controle Eisenhowers reis naar Z.-Amerika Agrarische sector van veel belang voor onze economie DE MYSTERIEUZE Jubilea Witte Paters in 1960 PAGINA 9 DONDERDAG 7 JANUARI 1960 BUITENLANDSE Broeders Joannes de Deo Bias dat branden van overtollig maagzuur. Met 'n paar Rennies werk van 'n ogenblik. Het voortdurend foren- JgfS sen maakt de mens een mUuL beetje doezelig in de trein. iKHjt Hij kent de route en aan lafcffSl een bepaald boompje X&8ËI langs de waterkant be- merkt hij op welke hoog- te hij is. En tenslotte kijkt hij wel naar bui ten. maar hij ziet in het geheel niets meer. Hij neemt in een hoge mate van onbewustheid waar. In deze geest zat ik dezer dagen op een namiddag vrijblijvend naar de grijsheid buiten te staren toen de Ne- derlandsche Spoorwegen mij weer keu rig en kwiek naar de huiselijke haard vervoerden. Maar ineens werd mijn oog getroffen door iets uitzonderlijks: vlammen. Ergens in een huizenblok in het langgerekte Amsterdam-West ontdekte ik vlammen, vlammetjes. Ietwat gealarmeerd draaide ik het hoofd om teneinde de situatie onder ogen te zien, maar de trein was' al lang weer verder vóór ik goed wist van hoe of wat. En reeds dook ik weer indolent in mijn hoek. Maar toen begon het ergens in mij pas goed te werken. „Goeie genade" zei mijn ene ik, „die hele boel brandt af en niemand heeft het gezien be halve ik. Wat moet ik doen?" „Niets", antwoordde mijn andere, en naar ik aanneem, luie en onver schillige ik. „niets, het was gewoon een smederij". „Onzin", ging het gesprek verder, „smederijen zijn er nauwelijks meer te vinden, laat staan in Amsterdam-West. Het waren vlammen, lelijke driftige vlammen". „Kom. kom, een onnozel brandend kerstboompje. Oom Harry is er al lang op gaan zitten en nou is de zaak bekeken". „Dat zou je maar denken. Je zag toch het verzengende vuur langs de zoldering likken? Straks in Haarlem moet je er uit om iemand op te bel len". Toen de trein Haarlem binnenschoof zat ik als een verscheurd mens in mijn hoek. Ik moest er uit om op te bel len. Wie? De brandweer. Welke? Ik moest de stationschef waarschuwen. Wat kon die d'r nou aan doen? Die zou me uitlachen. Bovendien: was ik mijr s broeders hoeder? Ja. Mocht er soms iets afbranden zonder dat ik er weet van had? Neen, ik had het ge zien. Kortom, ik deed niets. „Lafaard", zei myn ene ik tegen het andere toen zij ueiden weer verder reden. Thuisgekomen vertelde ik het aan mijn vrouw van die vlammen; of wa ren het vlammetjes? „Tja", zei ze zorgelijk „je hoort te genwoordig zo veel van omgevallen petroleum-kachels. De kranten staan er vol van. Het zal je maar gebeuren" Ik vlóóg naar boven; wij hebben zélf zo'n ding op de slaapkamer. Het brandde in het geheel niet. Tegen achten zette ik de nieuwsbe richten aan. mentaal voorbereid op een vreselijke ramp in Amsterdam- West. Daar was echter slechts sprake van allerlei onbenullig politiek nieuws. Wat mij overigens niet definitief en afdoende geruststelde. 's Morgens greep ik, nog steeds met smeulende onrust naar het ochtend blad. Géén kop over drie, vier kolom: „Ontzettende brand in Amsterdam- West. Mensen redden zich door uit raam te springen". Ja, als forens ken je natuurlijk zo'n hele route uit je hoofd. Maar toen ik die morgen weer door Amsterdam- West reed kon ik dat huizenblok in het geheel niet meer vinden. (Van een redacteur) Amsterdam, jan. Het bezoek, dat premier Khroesjtsjev van de Sovjet-Unie volgens een bekendma king in Djakarta in februari gaat brengen aan Indonesië, brengt op nieuw twee staatslieden by elkaar, die m de loop der jaren een tamelijk hech te verstandhouding hebben opgebouwd. President Soekarno van Indonesië heeft zijn eerste bespreking met Khroesj- tsjev al in Moskou gevoerd, toen deze laatste formeel nog geen enkele rege ringsverantwoordelijkheid droeg. Dat tsjev volgende maand naar Indonesië (èn naar Indië) maakt. Hij is aanwe zig geweest bij alle gesprekken, die Khroesjtsjev heeft gevoerd met Nas ser en ook met Soekarno. In septem ber 1958 heeft hy een reis gemaakt naar Cairo, Alexandrië, Port Said en Damascus. Nog diezelfde maand reis de hy met Vorosjilov naar Afghanis tan. Bijna een jaar geleden, in febru ari 1959, leidde hij in de plaats van Vorosjilov, die wegens ziekte verhin derd was, een delegatie naar Nieuw- Delhi. Op het ogenblik reist hij door Afrika, waar hy al ontvangen is door koning Mohammed V van Marokko en waar hjj de installatie van president William Tubman van Liberie heeft bij gewoond. Tijdens zijn veertiendaags bezoek aan Indonesië heeft Moechitdinov zich ge weldig uitgesloofd. Hij noemde Djakarta „een van de mooiste steden ter we reld", een opmerking, die iedere onbe vooroordeelde estheet zal doen ineen krimpen. In zijn bloemrijkste Arabisch prees hij de figuur van president Soe karno, het land en het volk van Indo nesië. Op West-Java deelde hij links en rechts gouden medailles uit en natuur lijk vergat hij niet de Indonesische aan spraken op Nederlands Nieuw-Guinéa geestdriftig te steunen. Vlak voor zijn vertrek hield in Djakarta een perscon ferentie, waarop hij bekendmaakte, dat Bung Karno hem had gevraagd pre mier Khroesjtsjev en vice-premier Mi- kojan uit te nodigen voor een bezoek aan Indonesië. Het komende bezoek van Khroesj tsjev zal als een propagandistische meevaller worden beschouwd door de P.K.I., de Partai Kommunis Indonesia. De eerste secretaris van die partij, de 37-jarige Sumatraan Dipo Nusantara Aidit, kan zo'n meevallertje wel ge bruiken. Bijna negen maanden geleden is hij van een reis door verschillende communistische landen teruggekeerd met een theorie, die nogal wat ctof heeft doen opwaaien. Deze theorie be trof de rol van de communistische par tijen in onderontwikkelde landen. Aidit stelde, dat deze partijen nog niet vol doende invloed en organisatorische ge slotenheid bezaten om alleen de leiding van een „nationaal bevrijdingsfront" te nemen. De bourgeoisie acht hy daar voor nog te machtig. De beste commu nistische kaderleden in de Afrikaanse en Aziatische landen zouden daarom volgens hem niet werkzaam moeten zijn in de partij, maar in de massa organisaties en dan vooral in de vak bonden. Die zijn volgens hem voldoende in de massa verankerd. Deze theorie en ook Aidit's besluit in augustus jl, om het partijcongres af te gelasten, toen dit door generaal Nasution was verboden, heeft hem in conflict gebracht met de „harde" op positie, die onder leiding staat van de was op 28 augustus 1956. Boelganin was toen nog premier en Nikita Khroesj tsjev bekleedde de post van eerste se cretaris van de communistische party der Sovjet-Unie. Het toenmaals zo po pulaire duo B K had kort tevoren bezoeken gebracht aan Indië, Burma en Afghanistan en Soekarno zal onge twijfeld gesproken hebben over de mo gelijkheid, dat ook Djakarta binnenkort eens een plaatsje zou krijgen op het reisschema van de Sovjet-groten. Maar hij had het tij niet mee. Boelganin en, meer nog, Khroesjtsjev, hadden de handen vol aan het bedwingen van de liberaliserende rtromingen in hun rode imperium. Het bezoek van de Indone sische president viel juist twee maanden na het begin van de onlusten in Poznan en het enige wat Soekarno voorlopig kon loskregen, was de toezegging van Khroesjtsjev, dat hij Noeritdin Moechit dinov eens naar Indonesië zou sturen. Het heeft geduurd tot oktober van het afge lopen jaar, voordat Khroesjtsjev deze be lofte gestand deed. In die tussentyd -,eeft Vorosjilov zyn zo boertig uitgevallen staatsbezoek aan Indonesië gebracht (mei 1957) en is Soekarno zelf voor de tweede keer in de Sovjet-Unie geweest. Op 7 mei van het afgelopen jaar is de Indonesische president te Moskou ontvangen door Khroesjtsjev inmiddels gepromo veerd tot premier en daags daarop te Sotsji aan de Zwarte Zee te gast ge weest by president Vorosjilov. Tijdens het tweede bezoek van Soe karno aan de Sovjet-Unie zal hij de pre mier waarschijnlijk hebben herinnerd aan zyn belofte om Moechitdinov te stu ren en op 7 oktober 1959 arriveerde de ze merkwaardige figuur aan het hoofd van een delegatie van zeven mannen en twee vrouwen in Djakarta. Noeritdin Akramovitsj Moechitdinov is de hoogste Mohammedaan in de Sovjet-hiërarchie. Hy is volwaardig lid van het presidiufn van de communis tische partij der Sovjet-Unie, eerste partysecretaris in Oezbekistan en voor zitter van de commissie van buiten landse zaken van de Sovjet der Natio naliteiten. Hp is 42 jaar geleden gebo ren in Boekhara. en opgeleid aan de medres te Tasjkent, waar hy „Das Kapital" bestudeerde ën de Koran. Hy heeft eens een studie gepubliceerd, waarin Mohammed wordt voorgesteld als een soort voorloper van Marx en Lenin. Er is wel eens beweerd, dat zyn voorouders viziers zijn geweest van de legendarische Khan van Khiva. Ook wordt wel beweerd, dat hjj instructies geeft aan de Groot-Moefti van Tasjkent Zeker is, dat hy vloeiend Arabisch spreekt en de grote wegbereider is van alle politieke initiatieven, die het Kremlin in Azië en Afrika onder neemt. Voor een goed deel is hij de ontwerper van de reis, die Khroesj- N. A. Moechitdinov 39-jarige tweede secretaris Mohammed Lukman. Het geschil tussen Peking en Djakarta over de positie van de Chi nese middenstanders in Indonesië heeft de verwarring binnen de P.K.I. nog doen toenemen. Aidit schijnt de maat regelen van goekarno te steunen, ter wijl Lukman veel meer geneigd is waar de te hechten aan de argumenten van de communistische regering in Peking. Niet alleen op de verhouding tussen Moskou en Peking, maar ook op de te genstellingen binnen de P.K.I. zal het van de grootste invloed zpn, indien Khroesjtsjev zich straks te Djakarta zal laten verleiden tot een uitspraak over de positie van de overzeese Chi nezen. 40 JAAR PRIESTER: 25 april, Frans van Mechelen, Tanganyika; 29 juni, Wil lem Strang, Oss. 25 JAAR PRIESTER: 29 juni. Jan Sche- pens, Tanganyika; Gerard Ostendorp, Tanganyika; Eddy Aombouts, Tanganyi ka; Tonni Mutsaerts, Belgisch Congo; Jan Fase. Helvoirt; Albert van de Pol, Uganda; Louis Witbroek, Uganda; Jan Delteyk, Rome. Nagekomen paters Dominicanen: zestig jaar geprofest: J. A. M. Hentzen O.P., Dominicanenklooster, Huissen Gld. UTRECHT, 6 jan. De voorzitter van het produktschap voor Vee en Vlees, de heer Joh. de Veer, heeft van morgen op de openbare vergadering van het produktschap een nieuwjaars rede gehouden, waarin hy uitvoerig de betekenis van de agrarische sector voor de Nederlandse economie schetste. Hy memoreerde, dat de agrarische produktie van ons land iaarlpks een waarde van 6 miljard gulden vertegen woordigt, waarvan circa 3.8 miljard door de veehouderp wordt voortge bracht. Hiervan komt ongeveer 1.4 mil jard voor rekening van de vleespro- duktie: 760 miljoen gulden aan var kensvlees, 600 miljoen gulden aan rundvlees en 40 miljoen gulden aan schape- en paardevlees. De agrarische sector verwerft jaar lijks een uitvoer-overschot van rond 1.400 miljoen gulden. De heer De Veer concludeerde hieruit, dat de boeren stand naast zpn belangryke taak bij de voedselvoorziening van het Neder landse volk. nog een aanmerkeiyke bü- drage levert aan de verhoging van de welvaart van ons land. Dat deze bij drage zeer welkom, zo niet noodzake lijk is voor de nationale economie, wordt, naar zyn gevoel, vaak onvol doende beseft en onvoldoende gewaar deerd. Hy deelde voorts mee, dat blijkens de veetellingen in twee jaar tijd de jongveestapel voor de rundveemesterü en weiderij met ruim 100.000 stuks is toegenomen. Hiervan is, volgens hem, een vleesproduktie ter waarde van 70 miljoen gulden te verwachten. Teza men met de opbrengst van de even eens sterk toegenomen produktie van vet kalfsvlees, is de produktie van rund- en kalfsvlees in korte tyd met tenminste 100 miljoen gulden opge voerd. Éen staaloventje, zoals die op bevel van Mao Tse Toeng in tal van Chinese achtertuintjes zijn gebouwd. Een speurdersverhaal „Mensen uit Indonesië? Ja, die hebben we in on ze registers, gewoon, zoals iedereen die hier woont." „Aan de hand van welke gegevens is de inschrö- ving gebeurd?" „Die hadden ze bö zich. Vóór hun inscheping heb ben ze opgaven verstrekt over de samenstelling van hun gezinnen en dat hadden we hier maar over te nemen. Als het kon, tenminste, want in veel geval len was het niet gemakkeiyk." „Hoezo?" „Het waren dus allemaal hun eigen opgaven, zelf bedacht. Neem by voorbeeld de geboorte-data," zei de man geduldig „Ze vertelden dikwjjls geboren te zyn vlak voor, vlak na of tijdens de uitbarsting van een of andere vulkaan. Dan gingen wij op zoek, maar niet altijd was na te gaan wanneer er nu precies een dergeiyke uitbarsting was geweest. Zo waren er wel meer rare dingen." „En dan?" „Dan gokten we maar wat. Iets anders was niet te bedenken." De man zei het opgewekt. Sluiter kreeg het idee dat de chef het heeriyk vond dat er zo plotseling een paar duizend mensen waren gekomen, die nu eens niét te vangen waren onder de dictatuur van de onwrikbare cüfers en data, waarmee men anders op het bureau aityd werken moest. Iets van die opge wektheid deelde zich aan de inspecteur mee. Het bleef hangen terwyi hy naar huis fietste. Anne ont- Advenentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 9