10 gen niet onder stoelen of banken, en men kan er zich eigenlijk alleen maar over verwonderen, dat het tot 1862 geduurd heeft voordat hij het opgaf de orthodoxie der meerderheid te prikkelen en te verontrusten met zijn vrijzinnig sceptisme. Een neerslag van zijn opvattingen vinden we in zijn "Brieven over den Bijbel" (1858). DE GIDS Financieel werd het dreigend verlies aan inkomsten gecompenseerd door de uitgever Enschede, een vooraanstaand lid der Waalse gemeente, die hem een baan bezorgde als journalist bij de "Opregte Haarlemmer", een beroep bepaald niet rijk aan mogelijkheden eigen inzichten te verkondi gen, iets, waaraan een wilskrachtig en agressief man als Huet ongetwij feld behoefte had. Veel van dit "slavenbestaan" schijnt vergoed te zijn door zijn omgang met de heer Enschede, hoewel het moeilijk is aan te geven welke invloed deze intelligente en conservatieve man op Huet ge had heeft en in welke mate deze diens toch al kritische instelling ten opzichte van het liberalisme verstrekt heeft. Voor het oog van de wereld bleef Huet echter liberaal, zij het van het soort, dat de eigen partij de roede niet spaart. Ijverig werkte hij mee aan "de Gids", het tijdschrift, in 1837 reeds door Potgieter opgericht ter bevordering van "de idealen van de vooruitgang op alle terreinen, en dat in echt Hol landse geest", een streven, waarbij de oprichter Huet graag betrok. In 1865 verliet Huet echter de redactie van deze "blauwe beul" weer, Potgieter, de trouwste vriend, die hij in zijn leven gehad heeft, met zich meenemend. Aanleiding was een kritiek van zijn hand, getiteld "Een Avond aan het Hof", waarin hij de toenmalige koningin een vernie tigend oordeel over een stuk prulliteratuur in de mond legde, wat de redactie een ontstemde brief van het reële Hof bezorgde en grote twee dracht zaaide onder de leidinggevende leden van het tijdschrift. De oor zaak van het conflict lag echter dieper: het moet de tijdschriftgenoten duidelijk geworden zijn, dat Huet langzamerhand van partij tot tegenpartij geëvolueerd was, gezien zijn steeds fellere aanpak van gevestigde repu taties, waarvan er niet weinig aan liberale voormannen behoorden. Alleen Potgieter, zelf kritisch liberaal, bleef solidair met hem en stond, terwille van zijn vriendschap de leiding van zijn geesteskind af aan andere, stellig minder bekwame lieden. Drie jaar lang heeft Huet nog als journalist aan de Haarlemse krant gewerkt. Toen, in 1868, nam hij het besluit in te gaan op een aanbieding in het toenmalige Batavia de leiding op zich te nemen van de Java-bode. Hij moet begrepen hebben, dat er na zijn breuk met de liberale Gidsgeno- ten voor hem in Holland geen redelijke toekomst meer kon zijn, gezien b.v. het feit, dat de Nieuwe Rotterdamse Courant onmiddellijk na zijn uittreden de onderhandelingen over een aantrekkelijke positie bij dat blad afgebroken had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1978 | | pagina 10