INDIË
Geruisloos is het vertrek naar Indië niet gegaan. Multatuli had hem
namelijk in kontakt gebracht met conservatieve regeringskringen, met wie
Huet overeenkwam, tegen betaling van een vrije overtocht voor hem en zijn
gezin, een advies samen te stellen op welke wijze de vrijheid van druk
pers in Indië "geregeld" zou kunnen worden. Een regeling, die wegens
de bandeloze en vaak geniepige methoden van een deel der Indische Pers
zeker gewenst was, maar die tevens de vrijheid van meningsuiting, hei
lige koe van het toenmalig liberalisme, op de tocht dreigde te zetten.
Maar niet alleen als een "verrader" en een "huurling" stond hij van
dat moment bij de liberalen te boek, alles wat lezen kon voelde zich
gechoqueerd door de "monsterachtige zedeloosheid" van de roman "Lide-
wyde", die hij het Nederlandse volk op de valreep nog naar het hoofd
smeet. Zelfs Potgieter voelde zich, niet geheel ten onrechte, als in
het gezicht geslagen. Waarom zal ik hieronder duidelijk maken.
Gemakkelijk heeft Huet het daar in Indië gedurende zijn verblijf van 1868
tot 1878 niet gehad, maar ongetwijfeld heeft hij daar "iets groots ver
richt": met tomeloze energie slaagde hij erin verdere teruggang van de
Java-bode te stuiten; vervolgens stichtte hij een nieuw Algemeen Dag
blad voor Nederlandsch-Indië, dat weldra druk gelezen werd door dat
deel der koloniale samenleving, dat meer prijs stelde op eerlijke, gefun
deerde informatie dan op roddel en rancuneuze verdachtmakingen, waar
veel Indische journalistiek zich aan bezondigde; en tenslotte bleef
hij zijn aandeel leveren in de beoordeling van de Nederlandse literatuur
op een wijze, die Potgieter deed verklaren: "Onze kritiek komt tegen
woordig uit Indië".
Ook financieel is Huets harde werken niet onbeloond gebleven. Reeds na
tien jaar kon hij, terwille van de opvoeding van zijn enige zoon, be
sluiten naar Europa terug te keren, waar hij zich niet in Nederland, maar
in Parijs vestigde als welgesteld man, die zich, zonder de in 1878 ge
storven Potgieter, vanuit die "bomvrije kazemat" geheel kon wijden aan
de leiding van zijn krant in Indië, als ook deel kon nemen aan het Eu
ropese culturele leven, terwijl hij zich niet behoefde te ergeren aan die
benauwende sfeer, waarin vriendjespolitiek gedijt.
Na weer een periode van hard werken overleed hij in 1886, een jaar nadat
de "Nieuwe Gids" haar geruchtmakende entree in de vaderlandse letteren
gemaakt had. Van de voorhoede verhuisde Huets werk naar de achterhoede
in de publieke belangstelling. De jongere generatie deed hem af met e-