CONRAD BUSKEN HUET (1828 - 1886)
9
WAALS PREDIKANT
Jan en Annie Romein hebben Conrad Busken Huet een plaats gegeven in
hun "Erflaters van onze Beschaving", omdat zij hem rekenden tot de fi
guren die "in hun algemeenheid typisch Nederlands waren, doch tegelij
kertijd door hun eigenheid zozeer boven het gemiddelde-Nederlandse uit
staken, dat hun leven en werk beschouwd mag worden als een bijdrage van
de Nederlandse tot de Europese beschaving". Wanneer wij in dit blad dus
aandacht besteden aan Busken Huet, dan is dat niet alleen, omdat hij van
1862 tot 1868 in Bloemendaal gewoond heeft, maar vooral omdat hij een
belangrijke Nederlander was. Niet alleen voor het echtpaar Romein.
Deze "typische" Nederlander stamde overigens, zowel van Vaders- als
Moederszijde, uit de groep landgenoten, wier voorvaderen na de ophef
fing van het Edict van Nantes (1685) om geloofsredenen Frankrijk verla
ten hadden om zich in de Republiek der Verenigde Nederlanden te vesti
gen, een van de Europese landen waar het Protestantisme de overheer
sende godsdienst was. Als vierde kind uit een met tien spruiten geze
gend Haags gezin ging Conrad na het gymnasium theologie studeren, mis
schien omdat deze goedkoopste studie het kinderrijke gezin financieel
het meest convenieerde, misschien ook, omdat een familietraditie in
die richting wees, daar men in het geslacht Huet "struikelde over de
Waalsche predikanten", zoals hij zelf eens gezegd heeft.
Aan de Leidse universiteit legde hij de meeste belangstelling aan den
dag voor het studentenleven in al zijn aspecten en voor professor
Scholten, een representant van het modernisme, dat Bijbel en geloof
plaatste in het licht - of duister, als men wil - van de toen sterk op
komende natuurwetenschappen, waardoor de openbaringsgedachte en het
bovennatuurlijke element, essentiële zaken voor orthodoxe Christenen,
een meer en zelfs zèèr bescheiden plaats kregen. In 1851 benoemd tot
predikant der Waalse gemeente te Haarlem, stak hij zijn moderne opvattin-