DE EREBEGRAAFPLAATS TE OVERVEEN 7 Toen op 7 mei 1945 de Binnenlandse Strijdkrachten van Bloemendaal hun stafkwartier in Huize Duinlust aan de Duinlustweg, waar thans het CIOS huist, vestigden, was een aantal stafleden er al van op de hoog te dat er in de duinen langs de Zeeweg in de voorgaande jaren en maanden ernstige oorlogsmisdaden waren begaan. De algemene vreugde over de bevrijding en kort daarop de even zo grote vreugde dat de Bloemendaalse BS na 7 mei niet gewapenderhand behoefden op te treden, werd getemperd door de berichten over de gebeurtenissen in de duinen. Men wist dat er op tal van plaatsen verzetsstrijders waren gefusil leerd en men had het vermoeden dat zij daar nog lagen. Zekerheid daaromtrent was er niet. Kort daarna werd het vermoeden tot een af schuwelijke zekerheid: de ene na de andere plaats, die duidde op de aanwezigheid van massagraven, werd gevonden. Vrijwel onmiddellijk na de eerste vondsten werd de organisatie van de opgravingen en alles wat daarop moest volgen ter hand genomen. Dat was in die tijd geen gemakkelijke zaak. Het Militaire Gezag was formeel het hoogste gezagsapparaatmaar beschikte niet over voldoen de mankracht; het justitiële apparaat was ontwricht, vervoer van per sonen, deskundigen en helpers, en van materialen moest worden geïm proviseerd. Identificatie van de'begravenen diende te geschieden, maar er waren te weinig deskundigen om dat werk bij een zo groot aan tal lijken op korte termijn uit te voeren. Bijzondere moeilijkheden leverde het feit dat de slachtoffers in de meeste gevallen beroofd waren van hun kleding en geen enkele bezitting zoals ringen of zelfs zaken zonder waarde bij zich hadden. Alleen de toestand van de gebit ten gaf enig aanknopingspunt. De tandartsen in Nederland hebben dan ook het meest bijgedragen tot de identificatie door de gebitsregis traties van hun praktijken te vergelijken met de lijsten van vermis ten. En dat alles had plaats in een tijd waarin de telefoon en de post nog niet goed functioneerden en waarin ook de nabestaanden vaak onvindbaar waren! Honderden mensen zijn maanden bezig geweest, een waardige herbegrafenis voor te bereiden, vrijwel allen ongehonoreerd, dag en nacht werkend in een poging de slachtoffers eer te bewijzen en de nabestaanden enige troost te schenken. Het is niet op zijn plaats namen te noemen van hen die met grote lichamelijke inspanning,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1980 | | pagina 7