9 De vindplaatsen waren alle gelegen in het duingebied dat eigendom was van de Erven Van der Vliet. Van den beginne af aan hebben de eigenaars van het duinterrein alle medewerking gegeven bij het eer betoon aan de verzetsslachtoffershetgeen tot uitdrukking kwam bij de eerste herbegrafenis op 27 november 1945 in tegenwoordigheid van de Koninklijke Familie, terwijl juridisch het 6 hectare grote terrein nog niet officieel was overgedragen. Op 2 juni 1949 werd dit terrein :'om niet" overgedragen aan de Stich ting Eerebegraafplaats te Bloemendaal. De akte vermeldt dat "om niet" wordt overgedragen "het duinterrein, gelegen aan de Zeeweg te Overveen, gemeente Bloemendaal, waarop door de begiftigde reeds voor eigen reke ning een begraafplaats is ingericht en een opzichterswoning is gesticht". Het tijdverschil tussen de oprichting van de beherende stichting in 1946 en de overdracht van het terrein in 1949 toont dat de eigenaren elke formaliteit terzijde hebben gesteld. Met ere moet daarbij de rent meester J.S.M. Vrijland worden genoemd, die bij de vestiging van de be graafplaats talloze juridische vraagstukken moest oplossen. ONTWERP Een groep, bestaande uit een brede vertegenwoordiging van het Nederland se oud verzet, overlegde met de architecten C. Holt te Overveen en A. Komter te Amsterdam over de aanleg van de begraafplaats. Dit overleg leidde tot een gewijzigd ontwerp, dat door architect Komter werd uitge voerd. In harmonie met het duinlandschap werd gebruik gemaakt van Maulbrunner zandsteen, waarvan een grote hoeveelheid, reeds voorgezaagd, beschikbaar was wegens de voorgenomen bouw van een uitbreiding van het Kröller- Muller Museum gelegen op de Hoge Veluwe. Daar deze uitbreiding niet werd gerealiseerd, konden de stenen beschik baar worden gesteld voor de Erebegraafplaats. Door de voortgaande demobilisatie van militaire eenheden en het dienten gevolge vrijkomen van zwaar rijdend materieel, leverde net vervoer van de stenen geen bijzondere moeilijkheden op. Er was de gelegenheid om in een snel tempo het transport te doen geschieden. Het verhaal gaat, dat dit wel eens te snel geschiedde en dat langs de aanvoerwegen van de Veluwe naar Overveen een groot aantal blokken achterbleven. Nogsteeds kan men op de Erebegraafplaats de ingebeitelde bouwnummers zien op sommige blokken, die oorspronkelijk de bouwnummers zijn van het ontwerp van de uitbreiding van het museum. De Stichting "De Eerebegraafplaats te Bloemendaal" is op 27 mei 1946 opgericht. Reeds toen besloot men dat de begraafplaats een openbare, gesloten begraafplaats zou worden en dat van exploitatie geen sprake zou zijn, doch alleen van beheer. Dit beheer is opgedragen aan de Stichting '40 - '45. Het Bestuur van de Erebegraafplaats wordt gevormd door het dagelijks bestuur van de Stichting '40 - '45, enkele vertegenwoordigers van oud verzetsorganisaties en twee Bloemendalers, die optreden als beherende bestuursleden Zij zijn ook lid van de Commissie Nationale Herdenking, die jaarlijks de Stille Tocht op 4 mei organiseert in opdracht van het Gemeentebe stuur, zodat tussen Stichting en Commissie een goede verbinding be staat De laatste herbegrafenis geschiedde op 9 december 1955. Het Rijk en het Nationaal Steun-Fonds hebben de bouw van het monument financieel mogelijk gemaakt. HERDENKINGSPLATEN EN LUIDKLOK Ter gelegenheid van de voltooiing van de begraafplaats heeft de minis ter-president DrW. Drees de herdenkingsplaten op 31 oktober 1953 ont huld. De tekst is van de letterkundige H.M. van Randwijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1980 | | pagina 9