11 geen enkele zin. Vandaar dat de provincie de gemeente stimuleert via maatregelen van ruimtelijke ordening en bouwverordeningen dorps- of stadsdelen voor aftakeling te behoeden. Ook krijgen de plaatselijke welstandscom missies het verzoek medewerking te verlenen aan het behoud van historisch gegroeide buurten wanneer ze bouw plannen beoordelen. Bij dit alles is nog helemaal niet over geld gesproken, terwijl dat toch zo'n belangrijke rol speelt. De provincie gaat er van uit, dat het niet direct op haar weg ligt om aan de provinciale monumentenverordening een subsidiebeleid te koppelen. Daar dit echter volgens velen -gemeentebesturen en particulieren- het monumen tenbeleid onverkoopbaar zou maken, is men bij de provincie tot de conclusie gekomen dat er"bepaalde gevallen te bedenken zijn, waarin aan subsidiëring niet te ontkomen is". Ook voor objecten voorkomend op een gemeentelijke monumen tenlijst zal incidenteel subsidie mogelijk zijn- zeer terecht, naar onze mening! Zou subsidiëring niet aan de verordening gekoppeld worden, dan werden grotere gemeentes -waartoe ook Bloemendaal behoort- die een eigen monumentenzorg beleid voeren hiervoor "gestraft" door uitsluiting van subsidiëring Dat de provincie bij het onderwerp subsidie enerzijds vele slagen om de arm houdt is duidelijk- en begrijpelijk gezien de huidige precaire economische situatie. Anderzijds is het prijzenswaardig dat er monumenten geïnventariseerd en gedocumenteerd worden om te voorkomen dat er ongemerkt dingen verdwijnen, die we niet zouden willen missen. De gemeente Bloemendaal werd met ere genoemd als één van de acht, respectievelijk zeventien (van de tachtig) Noord-Hollandse gemeenten met een eigen monumentenlijst en verordening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1981 | | pagina 12