verkrijgen van de nectar, zien we ook weer een specifieke aanpassing. De bloemen
bloeien in de avond en de nacht, geuren sterk en hebben heldere, vaak licht
gevende kleuren. Bijv. kamperfoelie, nachtsilene, zeepkruid en verscheidene
soorten orchideeën geuren 's avonds sterk en de helder gele bloemen van de
teunisbloem staan als lampions in de lichte zomerse nachten. Ook hier moeten de
bloemen gemakkelijk voor de vlinders bereikbaar zijn en ze steken dan ook vrij
boven de plant uit. Sommige nachtvlinders blijven als kolibri's voor de bloem
hangen om met hun lange roltong de nectar uit de bloem te zuigen.
De meeste vlinders zijn aan bepaalde planten gebonden, niet zozeer voor de vlin
ders zelf als wel voor de rupsen, die de plant als voedsel nodig hebben. De
brandnetel is een graag bezochte gastplant; de rupsen van de Kleine vos, Atalanta,
Dagpauwoog en de Distelvlinder eten van zijn bladeren. Zoals bekend zijn de
rupsen van de Koolwitjes verzot op koolbladeren tot verdriet van de tuinders. Van
het Geaderd witje, met zijn duidelijk geaderde tekening op de witte vleugels,
leven de rupsen op meidoorn, lijsterbes of sleedoorn. Weer andere rupsen zijn
gespecialiseerd op klaversoorten. Een bekend verschijnsel in de duinen is de
zwart-oranje Zeebrarups, die hele planten van het jacobskruiskruid kaal kan
vreten. Uit de pop verschijnt naderhand het rood-zwarte St. Jacobsvlindertje
Voor wie de verschillende soorten vlinders nader wil leren kennen, zijn er enige
boekjes. Een aardig boekje is "Vlinders" uit de serie Thieme's zakboeken voor
natuurvrienden door G. Rein en J. Zech met mooie duidelijke kleurenfoto's.
Nymphalis polychloros (60 mm)
Grote Vos
Vanessa atalanta (57 mm)
Distelvlinder
Nymphalis antiopa (65 mm)
Rouwmante1
Vanessa oardui (55 mm)
Atalanta of Admiraal
37