7 bovenportaal. Maar ook buitenshuis waren de verstopmogelijkheden schier onuitput telijk: in het opschot van oude lindebomen of onder de afhangende takken van spireastruiken. En dan de tennisbaan.' Deze lag op een heuvel achter het huis - precies boven de plek waar nu de rouwkamer is. Als wij, verhit en bezweet van een spannende wedstrijd, in het tennishuisje neerstreken, kwam daar al gauw Johan, de huisknecht, met een groot blad beladen met glazen koele limonade en een flinke schaal moscovisch gebak. 't Leek wel of in en om dit verdwenen huis alles vreugde was, of alles kon. Maar niet alles mocht'. Onze grootouders waren streng voor zichzelf, maar Sok voor hun kleinkinderen. Toen een van de kleinzoons eens zijn nieuwe fiets 's nachts buiten had laten staan, werd hij door grootvader met een machtige zwaai het huis uitgegooid. Ook was er de gehate, maar streng verplichte heilgymnastiek, gegeven door de Zweedse Katja Ranke. Alle smoesjes - zoals zogenaamd doodvallen in de sneeuw op weg naar "De Rijp" - je kon zelf de 'sporen' van de 'lijken' contro leren.' - baatten niet, de gymnastiek ging door.' Ook werd er strikte eerbied voor het werk van anderen geëist, o.a. dat van de strenge tuinbaas met zijn witte baard: niet buiten de paden, niet op het gras, niet in de bloemperken. Deze bloemperken waren vooral in het voorjaar een lust voor 't oog - ze stonden dan vol kleurige cineraria's - met zorg voorgekweekt in de kas van de moestuin. Daar groeiden ook asperges, aardbeien en frambozen. De laatste werden, gestoofd door de zon, in een bloempot bekleed met groene bladeren op het huis afgeleverd. Ik zou eindeloos kunnen blijven grabbelen in de ton.' Veel nieten komen er niet uit Ik zie voor mij de 'ministerskamer' met een witgeschilderd Louis XVI ameublement, alleen gebruikt bij officiële gelegenheden en verjaardagen. De grote mensen dronken dan port of madeira. Ik zie ook de dameszitkamerwaar de pianola stond waar we bij hoge uitzondering op mochten spelen en ons dan grote pianisten waanden, de badkamer met mahoniehouten kuip en koperen kranen, het tegeltableau met tropisch oerwoud en pauwen buiten bij de entree. En natuurlijk rechts naast de voordeur het kantoor van grootvader, waar hij met de heer Kramer, zijn secretaris en steun en toeverlaat, 'het bedrijf' voerde. Onze grootouders waren namelijk - zeker tussen 1910 en 1920 - nog niet echt oud en het bedrijf, in het toenmalige Nederlands Indië in ongeveer 1880 met zoveel succes begonnen, werd later vanuit "De Rijp" in Bloemendaal voortgezet. In 1935 kwam er een eind aan het bestaan van het huis, dat door toedoen van zijn bewoners zo'n onuitwisbaar stempel op ons leven heeft gezet. F DS-deC E deC

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1982 | | pagina 8