Het aardige is wellicht, dat de tegeltableaux van 'Kareol' nu dit raadhuis,
Bloemenheuvelgaan sieren. Voor het gemeentelijke monumentenbeleid mag dit
punt een les zijn. Wij zullen ten aanzien van de bestemming van gemeentelijke
monumenten in de toekomst wellicht wat soepeler moeten zijn dan voor andere
gebouwen. Bovendien is het niet onverstandig om met de eigenaren van de gemeente
lijke monumenten een beheersplan op te stellen, willen wij een monument geen
schip van bijleg laten worden, noch voor de eigenaar, noch voor de gemeente.
Ad 3 - eigendomsrecht.
Ik ben daarmee gekomen aan de derde reden waarom cultureel waardevolle dingen
soms verdwijnen, namelijk het eigendomsrecht. En dat heeft te maken met de vraag
van wie nu eigenlijk plaatselijke cultuur is en wat je ermee mag doen of niet
mag doen. Veelal worden cultuuruitingen als gebouwen, wegen, bruggen e.d. niet
gezien als het bezit van meerderen, maar als privé-bezit. Het letterlijke bezit
volgens het eigendomsrecht, zoals het is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
Hier doet zich eem merkwaardig dilemma voor, het botsen van twee belangen, van
twee zienswijzen die beide legitiem zijn.
De ene legt sterk de nadruk op het gemeenschappelijke cultuurbezit en de ander
op het individuele feitelijke bezit en het daaraan verbonden gebruiksrecht. Het
zal niet eenvoudig zijn om beide zienswijzen met elkaar te verzoenen.
Het voorgaande houdt in, dat het gemeentebestuur uiterst voorzichtig moet zijn
met het werken met een zg. gemeentelijke monumentenlijst. Maar het getuigt van
slecht bestuur als de gemeente, na een juiste afweging, niet de durf zou hebben
om historisch werkelijk waardevolle dingen te beschermen, door het te plaatsen
op een gemeentelijke monumentenlijst.
Gebrek aan geld, subsidiemogelijkheden, mag nooit een reden zijn om andere -
publiekrechtelijke - mogelijkheden ongebruikt te laten.
Ad 4 - geldgebrek.
Dit element spreekt voor zichzelf. Het monumentenbeleid in Nederland gaat gebukt
onder een chronisch gebrek aan geld. Dat is landelijk het geval, provinciaal en
gemeentelijk. Wat ons betreft, wijs ik u slechts op de duinboerderijen Aelberts-
berg en Bleek en Berg. Ik heb daar grote zorgen over.
Maar de toekomst lijkt niet veel goeds te brengen. De kranten staan bol van be
zuinigingen. Ook in Bloemendaal, of moet ik zeggen juist in Bloemendaal. Bij onze
begroting 1983 moeten wij niets dan sombere geluiden laten horen. Eigenlijk is er
maar éën zinnetje, waar wij wat moed uit kunnen putten. Wij zeggen, dat het
gemeentelijk takenpakket weliswaar aangepast moet worden aan de gewijzigde finan
ciële situatie, maar "waarin tevens door een creatieve inbreng van alle betrok
kenen en door het ontplooien van nieuwe initiatieven moet worden getracht de
Bloemendaalse gemeenschap leefbaar te houden". Mooie woorden, een goede intentie,
die bij uitstek zou kunnen slaan op het cultuurbeleid van onze gemeente.
Ik nodig alle aanwezigen hier uit om daaraan gestalte te geven.
Dames en heren - 'Kareol' is niet meer, althans niet meer dan tegels en teke
ningen van Hans van der Horst. De tegels zijn gered dankzij een veelheid van
mensen en instanties. Ik wil dank zeggen aan de gemeenteraad, aan het Koningin
Julianafondsaan Otterlo, Leeuwarden en het Historisch Museum Zuid-Kennemerland,
aan de heren Rodenburg, Van der Vorst en Straasheijm, aan mevrouw Slagter en de
Culturele Raad Noordholland. Onder leiding van de heer Berkhout hebben de heren
Timmerman en Bruins ervoor gezorgd, dat de tegels in hun oude glorie werden her
steld. Wat de restauratoren gepresteerd hebben kunt u met eigen ogen bekijken.
Met u zullen nieuwe generaties dat doen. 'Kareol' - Aerdenhout en de gemeente
Bloemendaal horen bij elkaar, zoals BungeLauger en Wagner dat eens deden.
In de hoop dat velen mogen genieten van de tegels, open ik hierbij de tentoon
stelling
9