Het gebouw De eerste voorzanger-schoolmeester-klokkenluider-koster-grafmakerJohannes Lubberti uit Deventer, had 250 gulden geleend van de kerk tegen 5% rente en is in 1641 naar Deventer vertrokken zonder dit terug te betalen. In 1684 besteelt de onderwijzer de armenkas en gaat ermee vandoor en in 1811 werd Gerrit van Leeuwen "wegens wangedrag, verregaand huiskabaai en twistzoeken" van zijn functie ontheven. In 1821 maakt meester Bakker het te gortig: hij is al meer malen dronken aangetroffen in en buiten de school, maar als hij bovenop een rijtuig uit Haarlem komt en zijn huis moet worden binnengedragen, is de maat voor de kerkeraad vol en wordt hij geschorst. Inmiddels was er echter een "onder meester" aangesteld, die de taken kon overnemen. Vermoedelijk werd in de eerste jaren lesgegeven in de eerdergenoemde schuur, waarin ook de kerkdiensten werden gehouden. Als in 1636 het kerkje is gebouwd, is ook het er vlakbij gelegen schooltje gereed. Dit historische pand, een rijksmonument, is nog steeds gelegen aan het Kerkplein en wordt op het moment door architect IJ. Braaksma gerestaureerd. Omstreeks 1815 raakte het pand in verval en in 1833 werd het vernieuwd. Hierbij zou de voorgevel in de oorspronkelijke staat zijn hersteld. De heer Braaksma heeft daar echter zijn twijfels over. Volgens hem vertoont de gevel geen ken merken van de 17e eeuwse bouwstijl. Bovendien had men in 1830 nog weinig begrip voor instandhouding van oude gebouwen. Mevrouw Beekman-Tit, nu 86 jaar, heeft zelf nog les gehad in dit oude schooltje en schrijft over het schoolleven in het oude schoolgebouw aan het Kerkplein, van vóór 1910, het volgende: "Tachtig jaar geleden was ik er leerlingDe schoolingangde kleine uitbouw was tevens klompenhok. De uitbouw aan de andere zijde van rfe voorgevel was het toilet. Er waren drie lokalen achter elkaar en ieder lokaal herbergde twee klassen. Lange banken stond.en erin waar zes leerlingen op konden zitten. Ik meen dat het middel ste lokaal een verbinding via de binnenplaats had met de woning van 't hoofd van de school. Naast de woning van het hoofd was een gang en aan het einde ervan was een stenen schuurtje dat in gebruik was om de baar, roef en rouwkleed te herbergen. Het hoofd was aanwezig bij iedere begrafenis die plaatsvond. Hij werdals de begra fenis onder schooltijd gebeurde, vervangen door een kwekeling Aan de overzijde van de weg, waar nu de vijver is, was toen een boomgaard. Als ó.e zomer ten einde liep kwamen leerlingen daar regelmatig om de appeltjes te "proeven"Ook het hoofd had grote interesse voor 't fruit.' Twee jongens hadden beiden in hun blouse heel wat gehaald van dat lekkers en wilden gaan uitdelen. Onverwacht verscheen 't schoolhoofd en moesten ze d.e buit aan hem geven. De flink ste zei toen tegen de meester: "Zeg, heb jij zo een maaltje! Daarop werd de man zo boos dat hij die twee jongens een pak slaag gaf dat niet zo zuinig was. Zo erg, dat ik me dit nu nog herinner. Zelf ben ik trouwens ook wel eens nagezeten toen ik kruisbessen in de boomgaard aan het proeven was. Nog iets over hetgeen we leerden. We hadden platen van Hummel aan de wand, want Ot en Sien, of "aap, noot, mies" bestonden toen nog niet. Ik weet niet meer hoe ik lezen geleerd heb. Er was reeds toen al een schoolreisje: eens per jaar een dagje speeltuin naar het Tolhuis bij Amsterdam. Moet je nu met zoiets komen. 14

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1983 | | pagina 15