HET 'TRAMHUISJE' DAT GEEN TRAMHUISJE WAS In het laatste nummer van "Ons Bloemendaal" deden wij een beroep op onze trouwe lezers ons meer gegevens te verschaffen over het zogenaamde "tramhuisje" (thans Oosterduinweg 265) bij de Viersprong te AerdenhoutWij wilden meer informatie ontvangen dan de informatie die wij toen gaven. Op onze oproep heeft men van verschillende zijden gereageerd en het is gebleken, dat onze - summiere - mede delingen noch volledig noch geheel juist waren. Allereerst dit: het "tramhuisje" heeft nooit iets te maken gehad met de tram, noch met de NZH. Het is omstreeks de eeuwwisseling gebouwd als tuinmanswoning, behorende bij de villa "Erda" die daartegenover was gelegen. Deze villa - thans gelegen op de hoek van de Zandvoorterweg en de Oosterduinweg - was gebouwd door de architect Van den Arend, die haar zelf bewoonde. Van den Arend was een niet onbekende architect in Haarlem en omgeving. Zo bouwde hij onder meer de Klokhuis toren van de firma Enschedé. Na zijn dood en die van zijn vrouw hebben hun twee ongetrouwde dochters nog lange tijd tot op hoge leeftijd daar gewoond. Er behoorde een grote tuin bij benevens een nog grotere "overtuin" annex moes tuin en boomgaard, die zich aan de andere (oostelijke) kant van de Oosterduinweg (toen nog geheten Aerdenhoutsweg) uitstrekte. Voor het onderhoud van de tuinen zocht Van den Arend naar een tuinman. Dankzij de aanbeveling van de tuinbaas van de heer Van Lennep van "Leyduin" werd de Haar lemmer Willem van Delft, die aldaar een hoveniers- en tuindersbedrijf uitoefende, in 1904 als tuinman door Van den Arend in dienst genomen. Voor Van Delft werd door zijn werkgever een dienstwoning gebouwd, die naar de maatstaven en eisen van die dagen weliswaar klein, maar toch behoorlijk passend was voor zijn jonge gezin. Het bestond beneden uit één vertrek, met de bedstee voor de ouders, en een keuken met een pomp (waterleiding was er niet)De drie zeer jonge kinderen sliepen boven. Achter het huis was een kleine tuin met een regenput, en daarachter waren de bollenvelden van de firma Polman Mooy gelegen. Men kon uitzien over het spoor tot aan de Heemsteedse Herenweg. In 1918 nam Van Delft ontslag, omdat hij meende elders beter in het onderhoud van zijn gezin te kunnen voorzien. Hij vestigde zich als tuinman in Aerdenhout en trad later als zodanig in dienst van de gemeente Bloemendaal. Uiteraard moest hij zijn woning - dienstwoning zijnde - verlaten ten behoeve van zijn opvolger. Weer later heeft een functionaris van de NZH - overigens buiten dienstverband - daar een tijdje gewoond. Vandaar misschien dat de woning als "tramhuisje" door de volksmond werd aangeduid? Naast het huisje - richting Viersprong - was de ingang en toegang to-t de "over tuin" en daarnaast, vlak aan de trambaan, lag een wachthuisje voor de reizigers richting Zandvoort. Dan kwam de trambaan en daarachter lag de herberg "De Haringbuys"Volgens de verhalen zou de toenmalige veldwachter Smits de misdadiger Frans Rossier, die in de bossen van het Naaldenveld een oud vrouwtje om het leven zou hebben gebracht, in dit café hebben ingerekend! AAV 26

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1983 | | pagina 27