immers vaker uitgezocht als woonoord door rijk geworden Amsterdammers. 'Kareol' kan daarmee gezien worden als een uiting van de Bloemendaalse samenleving. Hoe uniek 'Kareol' ook was als kunstuiting, eenmalig en daarmee volstrekt terecht geplaatst op de rijksmonumentenlijst, 'Kareol' was tegelijk een van de vele voor beelden van de plaatselijke Bloemendaalse cultuur, het bouwen van een villa, inclusief theekoepels, tuinmanswoning en veel tuin. Met het kunstwerk 'Kareol' ging gelijk een uiting van Bloemendaalse cultuur verloren. En daarmee ben ik gekomen aan de eerder door mij gestelde vragen waarom je actief moet zijn om historische dingen uit je gemeente te bewaren en te behouden, het archief, de monumentenlijst e.d. Het antwoord kan heel eenvoudig zijn. Het heden en de toekomst zijn nauw verbon den met het verleden. Het zijn drie dimensies van ons bestaan, die vloeiend in elkaar overgaan. De toekomst komt vanzelf. Maar het behoud van het verleden gaat niet vanzelf. Tal van dingen, materieel en immaterieel, zijn onderhevig aan verval en slijtage. De tand des tijds vreet alles aan. Ik zou de vraag naar het waarom van een actief plaatselijk cultuurbeleid ook kunnen beantwoorden vanuit het negatieve. Door te wijzen op tenminste vier redenen, waarom waardevolle uitingen van de plaatselijke cultuur toch kunnen verdwijnen. Ik beperkt mij hier tot materiële zaken, waaronder gebouwen. Ik noem: 1. discussie over de vraag of iets wel mooi, of mooi genoeg, is; 2. beperkte gebruiksmogelijkheden; 3. eigendomsrecht; 4. geldgebrek. Ik maak bij elk van deze redenen een korte opmerking. Ad 1 - mooi. Sommige gebouwen zijn zo mooi, dat niemand er aan denkt om ze te slopen, ze zijn onaantastbaar. Zou iemand van ons zich kunnen voorstellen, dat het kerkje op het Kerkplein te Bloemendaal, zo fraai getekend door Anton Pieck, kan sneuvelen? Maar de monumentale huisjes aan het Kerkplein, toch ook wel mooi, zijn wel inge ruild voor een garage met bovenwoningen. Nog moeilijker ligt het met dingen die ronduit lelijk, maar toch waardevol zijn. Ik geef als voorbeeld de bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Die zijn alleen maar waardevol vanwege het feit dat ze iets laten zien van een tijd, waarin an dere waarden golden dan nu. Het heeft niets te maken met uiterlijke schoonheid of met innerlijk beleefde positieve gevoelens. Het tegendeel is waar. Mooi of niet mooi, het is kennelijk niet het enige criterium om iets te willen behouden. Er zijn veel meer criteria voor aan te geven. Een zeer geslaagde poging om het historisch en cultureel waardevolle van een gemeenschap te omschrijven en vast te leggen in criteria, is gebeurd- door de heren Phaff, Jongens en Vermeulen. Hun werkstuk ter voorbereiding van de gemeen telijke monumentenlijst zal in de komende maanden uitvoerig in de gemeente bediscussieerd kunnen worden. Ad 2 - gebruiksmogelijkheden. Als er iets te leren valt uit de ondergang van 'Kareol', dan is het wel het feit, dat een goed gebruiksalternatief voor 'Kareol' niet voorhanden was. Althans niet meer op het moment dat 'Kareol' reeds zieltogend was door het ongeorganiseerd verval. De Stichting tot behoud van 'Kareol' heeft immers tot het laatst aan toe gezocht naar mogelijkheden, maar kon een gebruiksalternatief niet hard maken. Maar dat had onder meer te maken met de slechte toestand van het gebouw. Toch had dat in een eerder stadium, toen het gebouw nog onaangetast was, wel gekund. Zo is 'Kareol' ooit aangeboden aan het gemeentebestuur om er een nieuw raadhuis in te vestigen. Dat is toen van de hand gewezen, omdat het gemeentebestuur vond dat het raadhuis in Overveen hoort te staan. Jammer, maar het is niet anders. 8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1983 | | pagina 9