BIJ ONS IN BLOEMENDAAL
EEN KLEINE SATIRE
"Is dit de Godfried
Bomanshof?", vroeg de
Atalanta-vlinder, die was
neergestreken op mijn
paarse rok.
Ik zat op de bank, dichtbij
"Erik op de Vlinder", en
had een ijsje gekocht. Het
paste zo goed bij die mooie
warme dag in september...
"Nee, mevrouw", antwoordde
ik beleefd. (Sinds ik
Godfried's "Klein Insecten
boek" bestudeerd heb, ver
sta ik de taal van die
kleine wezens
"Die vindt U in een aan
grenzend stadje, wij in
Bloemendaal
"Dank U, dank U. Overigens
ben ik geen mevrouw, maar
een vent", zei de vlinder.
(Tja, dat kan ik vandaag de
dag al niet meer zien aan
mijn soortgenoten, laat
staan bij vlinders!)
"Zeg maar Ad tegen me",
ging de vlinder voort,
"mag ik hier even uitrus
ten?".
"Ja, natuurlijk", zei ik.
"En ik ben moeder G"
(Want, wij in Bloemendaal
zijn nu niet zo direct van
jij en jou en ik kon ook
zijn leeftijd niet schat
ten.)
"Ha, ha, moeder G", hoorde ik opeens een geaffecteerde stem. "Gaan we een spel
letje doen?".
Het was mevrouw Wesp, die op mijn pols was gaan zitten, dichtbij het ijsje.
"Leuk, hoor", waar zit Uw dochter?". "Mijn Maja zit niet, die werkt", antwoordde
ik haar. "Au! Zoudt U zo vriendelijk willen zijn een ander plekje op te zoeken?"
"Dat was ik al van plan", zei mevrouw Wesp. "Trouwens, ik houd niet van Chanel.
Dat parfum past alleen bij jonge vrouwen".
Ziezo, de steekjes waren gewisseld. Ze ging achter mij op de bank zitten en ik
wist, dat we haar de hele middag niet meer kwijt zouden raken.
"zo, die zit", zei Ad, "maar vertelt U mij dan waarom dat grafsteentje daar ligt
met 'Erik' en "Godfried Bomans" erop gebeiteld... Hë, kijk nou es...".
Plotseling voelde ik een koud handje op mijn arm. Daar zat Erik naast mij. Hij
was van de grote stenen vlinder afgesprongen. "Ik hoorde wel wat die knul daar
zei". Hij wees op Ad. "Maar ik ben toch springlevend? Wat er op die steen staat
is alleen voor die sufferds, die nooit van mij gehoord hebben. En waarom zegt U
niet dat er, bij ons in Bloemendaal, een Godfried Bomanslaan is? In Vogelenzang
toch?".
31