Na de Schoolwet van 1803 wordt het Rijksschooltoezicht ingesteld. Uit de jaar lijkse verslagen van de inspecteur voor Noord-Holland (Rijksarchief Noord- Holland) weten we, dat de openbare lagere school in Vogelenzang jarenlang is ondergebracht in een vertrek dat door het gemeentebestuur voor 50 gulden per jaar werd gehuurd van de R.C. Pastoor te Vogelenzang. Het leerlingenaantal varieert tussen de veertig en de vijftig en schoolverzuim komt nogal eens voor. In 1806, Vogelenzang telt dan 40 huizen en 19 boerderijen en 72 stemgerechtigde burgers, doet Petrus Paulus Schrijvenaar zijn intrede als schoolmeester. Hij zal zes-en-vijftig jaar aan de school verbonden blijven. Gedurende een reeks van jaren beoordelen de elkaar opvolgende inspecteurs of "schoolopzieners" de huisvesting van de school bij de pastoor als "voldoende", "redelijk" of "goed". De leerlingen blijken bij vergelijkende examenproeven uit te blinken in lezen, goed tot voldoende te zijn in taal, maar vrij zwak in het rekenen. Kennelijk niet het sterkste punt van meester Schrijvenaar. In de loop der jaren krijgt men echter kritiek op de huisvesting van de school en op een kwade dag ziet meester Schrijvenaar zich zelfs genoodzaakt de school te sluiten, omdat het vertrek op een koude winterdag niet meer warm te stoken is en de wind door de kieren blaast. In 1829 verrijst op een stuk grond van de familie Barnaart, sinds 1807 eigenaren van de "Voghelsanck"een nieuwe behuizing voor de openbare lagere school, bestaande uit een onderwijzerswoning en twee klaslokalen. In deze nieuwe omgeving is lesgeven en leskrijgen jarenlang een feest. Maar meester Schrijvenaar wordt oud en het leerlingental groeit naar de zeventig en in 1858 besluit de gemeenteraad een "bekwamen hulponderwijzer" aan te stellen aan wie de belangen en de leiding van de school worden toevertrouwd. In oktober van dat jaar doet meester M. Dirken zijn intrede. Hij krijgt na veel geharrewar een jaarwedde van 200,- en vrije huisvesting en voeding in de onderwijzers woning van meester Schrijvenaar. Deze oplossing wordt gekozen, omdat de financiën ontbreken om meester Schrijvenaar een pensioen te geven èn een nieuwe hoofdonder wijzer te bekostigen. Deze toestand duurt enige jaren, maar de schoolopziener dringt aan in te grijpen in een langzamerhand "onbillijke en onvoldoende" situatie. De heer Schrijvenaar krijgt op eigen verzoek eervol ontslag per 1 oktober 1862 na 56 jaar trouwe dienst! Hij krijgt dan een pensioen toegekend van 333,- per jaar, waarvan hij maar zeer moeizaam kan rondkomen met zijn gezin. Verzoeken om het pensioen te verhogen worden door de gemeenteraad afgewezen. De heer M. Dirken volgt hem op; hij wordt tot Hoofd der School benoemd en zijn jaarwedde wordt op 700,- gesteld. In datzelfde jaar vinden er verbouwingen aan de school plaats, uitgevoerd door aannemer Guldemond te Hillegom. Het leerlingenaantal stijgt in de loop der jaren tot bijna 90; meester Dirken heeft dringend assistentie nodig, maar alle pogingen om een kwekeling te krijgen mislukken. In 1867 wordt besloten een hulponderwijzer aan te stellen. Een jaar later wordt de onderwijzerswoning vergroot en in 1883 vindt een ingrijpende verbouwing, uitgevoerd volgens een plan van architect H.M. Buijen van Weelaeren, gemeente-architect van Bloemendaal, plaats. Er komen drie leslokalen in plaats van twee, de gang wordt naar de andere kant, de noordkant, verlegd en de sani taire voorzieningen worden enorm uitgebreid. De school krijgt het uiterlijk zoals dat eigenlijk tot nu toe is gehandhaafd. Bij de aanbesteding, gehouden op 7 april 1883, bleek de aannemersfirma Giebels en van Servellen uit Haarlem de laagste inschrijver te zijn met een bedrag van 5.680,Zij kreeg van B&W de opdracht gegund. De geschiedenis van de school in deze eeuw is nog voor velen een stukje eigen levensgeschiedenis. Wij noemen nog de naam van meester Snippenberg, die in de 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1983 | | pagina 8