Voor beide stoffen geldt dat meer dan 3/4 van wat op de Nederlandse
bodem terechtkomt afkomstig is uit het buitenland. Daartegenover
staat dat ook een groot deel van de Nederlandse emissies wordt
"geexporteerd"SO veroorzaakt circa 50% van de verzuring, NO
circa 2 0%
-Effekten van de verzuring op de bodem en het grondwater:
In de bodem bevinden zich bestanddelen om het zuur te neutraliseren.
Deze zijn echter in gevoelige gebieden maar beperkt voorhanden en
worden slechts langzaam aangevuld door de verwering van vaste bo
dembestanddelen. Als de depositie van zuren groter is dan de hoe
veelheid neutraliserende bestanddelen die door verwering vrijkomen,
zullen de zuurneutraliserende stoffen dus uitgeput raken. Hierdoor
ontstaat in de bodem een "zuurfront"dat zich naar beneden voort
plant. Als het zuurfront de grondwaterspiegel bereikt, zal ook het
grondwater verzuren. En allerlei zeer giftige zware metalen, die
nauwelijks in normaal water oplossen, lossen wel op in zuur water.
Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van ons drinkwater en
tevens voor allerlei bodemdieren die deze giftige stoffen opnemen
(bijv. regenwormen).
-Effekten op dieren op en in de bodem en bacteriën:
Door de verzuring worden allerlei processen in de bodem geremd die
door bacteriën plaats vinden. De afbraak van het strooisel in bos
sen bijv. wordt veel minder en deze afbraak zorgt voor de kring
loop van een aantal stoffen. In verzuurde bodems vinden we meestal
veel minder diersoorten. En bovendien kunnen de zware metalen, die
door de zure regen oplossen en in planten en bodemdieren zoals re
genwormen worden geaccumuleerd, in de voedselketen terechtkomen.
- Effekten op planten en vegetaties:
Door de luchtverontreiniging kunnen velerlei effekten op planten
ontstaan. Direkte effekten van gasvormige luchtverontreiniging ko
men voor, maar ook indirekte effekten doordat de grond verzuurt.
Landbouwgronden worden altijd bekalkt en kalk is een goede zuurneu-
traliserende stof. Verzuring zal hier dus nauwelijks kunnen plaats
vinden. Maar de verontreinigde lucht veroorzaakt wel effekten op
de planten. Soms is er duidelijk zichtbare schade in perioden met
verhoogde luchtverontreiniging. Maar ook bij de normale, dagelijks
voorkomende concentraties zijn er effekten in de vorm van groei-
vermindering. Voor sommige gewassen (bijv. tomaten en sla) is de
minderopbrengst door luchtverontreiniging circa 10%.
In natuurgebieden werken de direkte en indirekte effekten samen.
Allerlei effekten zijn gerapporteerd, zoals het verdwijnen van vele
soorten korstmossen uit grote delen van Nederland, de achteruitgang
van een aantal paddestoelen - de cantharel is vrijwel uit Nederland
verdwenen - en vaak zeldzame en beschermde planten als de wolver
lei (Arnica montana). In Duitsland heeft de bossterfte door lucht
verontreiniging en zure regen veel bekendheid gekregen. Een groot
scheeps onderzoek van Staatsbosbeheer heeft uitgewezen dat de Ne
derlandse bossen er niet beter voorstaan: een groot deel (ongeveer
50%) van de naaldbossen is aangetast. Als we dezelfde normen zou
den gebruiken als in West-Duitslandzou meer dan 90% beschadigd
zi jn
9