ENIGE OVERDENKINGEN BIJ DE BEBOUWDE OMGEVING Wat is het uitgangspunt voor dit verhaal? Een behoefte aan markante vormen. Vormen in de architectuur. En dan vooral van de laatste halve eeuw. 't Is natuurlijk een schitterend gebied hier langs de zee. En het zou leuk zijn als we allemaal in gesplitste ongedeelde huizen zo als Buytentwist en het klooster Bethanië zouden kunnen wonen, land schappelijk mooi gelegen, en prachtig van vorm. Maar een groot deel van ons woont in buurten met al dan niet rechte straten, tuin voor, tuin achter, volgens een vast procédé. Er zijn een paar uitzonderingen, laat ik het de "hofjes-vorm" noe men. Zo'n half gebogen huizenrij bevindt zich bijvoorbeeld naast de Vondelschool in Aerdenhout. Het is een poging om niet zo'n saai rijtje te bouwen, en bovendien is het één gebouw, bijna een sculp tuur, mooi om te zien; de afzonderlijke woningen vormen een rustig geheel, dat prettig is om tegen aan te kijken, een soort mini-dorp. Op grotere schaal is iets dergelijks te vinden in "ons" voormalig Bloemendaals gebied, de zogenaamde Tuindorpstraten ten oosten van de E1swouts1aanBeide voorbeelden voegen zich goed in het land schap Toch is niet alleen het stratenpatroon doorslaggevend. Het is bij sommige architecten ook te zien dat ze de vormgeving zo goed door dacht hebben, dat het resultaat niet alleen een optelsom van beno digde vertrekken en lichtinval is. Je ziet vooral voor de oorlog bij een aantal architecten zoals van Loghem de behoefte stadswijken zo te bouwen, dat ze niet alleen vol doen aan hun functie onderdak te verschaffen, ze breiden de stad weliswaar uit, maar werken niet als "vulsel". Ga maar kijken. Bijvoorbeeld op de grens met Heemstede, "Zonnehof", aan het Spaarne. Soms helpt de natuur ook een handje, zoals bijvoorbeeld in het Bovenweg-kwartier van Aerdenhout. Gebruikmakend 7an al aanwezige bomen ontstond een wijk, die de il lusie geeft buiten te wonen, maar toch een relatief groot aantal mensen huisvest, dat anders nooit buiten zou kunnen wonen. Zowel de ontwikkeling van Haarlem, als van Bloemendaal heeft ele menten in zich, waaruit blijkt dat groei ook werkelijk groei kan betekenen Wat betreft het naar elkaar toegroeien van Haarlem en Bloemendaal: Aan de Zijlweg is dit op een oor na al geschied. (Zogezegd, als we het begrip "Bloemendaal" wat ruimer interpreteren.) Het Ramplaankwartier (ooit Bloemendaal) ligt er wat geisoleerd, maar dat komt omdat het een uitbreiding van Bloemendaal is. De westelijke randweg heeft een ruimtelijke opbouw drastisch ver stoord. (Misschien kan ooit nog overwogen worden deze op te heffen, aangezien er nu inmiddels een oostelijke is?) Toen bijvoorbeeld de vooroorlogse huizen in de Duindoornlaan (Haar lem Zuid-West) werden gebouwd, stonden die huizen daar weliswaar vrij plompverloren, maar niet volledig gescheiden van Haarlem. Na deze eerstgenoemde huizen is later snel de wijk volgebouwd, zon der duidelijk plan. Van de Aerdenhoutse kant wordt nu tenslotte Haarlem de hand gereikt, ook zonder enige illusie. Vooral in dit randgebied tussen Haarlem en Bloemendaal is het één en ander misgegaan. Komt dat misschien omdat gemeentebesturen ge neigd zijn vooral vanuit hun eigen huis te denken? Daar zou de 8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1985 | | pagina 9