en weet feilloos de eipakketten te vinden. Een aantal van de eieren wordt aangeprikt en het er zich in ontwikkelende rupsje wordt van een ei voorzien. Het geparasiteerde rupsje ontwikkelt zich normaal verder en onderscheidt zich in geen enkel opzicht van zijn ongepara- siteerde soortgenoten. In april van het jaar daarop kruipt hij onder het eipakket vandaan en doet zich tegoed aan zijn voedselplant. Het ei van Ageniaspis wordt nu echter ook actief en deelt zich vele malen tot een eisnoer, dat uit meer dan 60 eieren bestaat. Half juni, als de stippelmot volgroeid is, kruipen de parasiete1arfjes uit de eieren. In enkele dagen eten zij hun gastheer leeg en verpoppen binnen het lege huidje van de rups. Ongeveer twee weken nadat de vlinders uit de ongeparasiteerde poppen te voorschijn zijn gekomen, komen de wespjes uit. Zij vinden hun tafel gedekt: de eer ste eipakketten van stippelmotten zijn al aanwezig. ONDERZOEK Sinds 1972 wordt bij de vakgroep Po- pulatiebiologie (afd. Systematiek en Evolutiebiologie) van de Rijksuniver siteit Leiden onderzoek verricht naar de stippelmottenHet onderzoek richt zich op de vraag hoe de verschillende stippelmotsoorten in de loop van de evolutie zijn ontstaan. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de keuze van een nieuwe waardplant daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld. Een aantal van de op een bepaalde waardplant voorkomende vlinders zou op een andere plant zijn overgestapt' en zich daar tot een nieuwe soort hebben ontwikkeld. Door een gedetailleerde vergelijking van de in Nederland, voorkomen de stippelmotten wordt getracht hun wordingsgeschiedenis te recon strueren. Daartoe worden ondermeer de waardplantkeuze, de balts en de partnerkeuze, de levenscycli en de parasieten van deze vlinders bestudeerd. Daarnaast ontstaat door het onderzoek een steeds volle diger beeld van de plaats van stippelmotten, hun waardplanten en hun vijanden in het duinecosysteem. sluipwesp Ageniaspis fuscic. Hanneke Mesters en Hendrik Jan Dij kerman Stippelmot Foto: Frank Vinkesteyn 8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1986 | | pagina 9