"Amsterdam en het Beurzenspektakel"een gedenkboek van de Vereni ging Het Assurantie Beurs Centrum Amsterdam. Meer respect verdient Zocher voor zijn creaties als het landgoed Clingendael, het Zuiderpark en Huize De Pauw rond Den Haag, zijn particuliere tuinen in het Kennemerland en de Achterhoek, zijn plantsoenen in verschillende steden en zijn begraafplaatsen als Zorgvliedt. Louis Paul Zocher (1820-1915) was de laatste die in de familietra ditie handelde. Van zijn hand is bijvoorbeeld het Agnerapark te Delft, de Plantage te Culemborg en de Keukenhof. Volgens Geertruida Carelsen was Louis Paul "even bekwaam als zijn vader, doch met min der artistieke geestdrift voor zijn vak bezield." In het Haarlemse gemeente-archief is daarvan de bevestiging te vin den. Zo blijkt uit stukken dat Louis Paul Zocher naast zijn tuin werk bemoeienis had met de oprichting van de Stoommeekrap-fabriek Hollandia, de Haarlemsche Maatschappij tot verduurzaming van levens middelen en het lokale badhuis. Bovendien werkte Louis Paul Zocher een idee uit voor kunstmatige oesterteelt. Hij werd zo een gezien Haarlems burger, tot hij op 95-jarige leeftijd overleed, "diep be treurd door zijne eenige dochter", aldus het Jaarboekje voor de stad Haarlem, 1916. Veel meer heeft het gemeentelijk archief over de Zochers niet te bieden, hoe behulpzaam de archivaresse ook meezoekt. Slechts een enkele tekening en aquarel bleef bewaard. Honderden andere onder werpen verdwenen. Reden zou zijn dat de echtgenote van Louis Paul ooit in een aanval van colère de hele nalatenschap vernietigde. Wel herinnert in Haarlem vrijwel ieder plantsoen aan de Zochers en ver der staan op de stadsplattegrond een Zocherstraateen Rozenhagen- straat en een Rozenhagenplein getekend. Andere familieresten zijn te vinden in de archieven van steden als Amsterdam en Utrecht, als mede in de afdeling Bijzondere Collecties van de Landbouw Hogeschool te Wageningen. Op dit laatste adres krijg ik te horen dat nog nooit een student in de tuin- en landschapsarchitectuur de Zochers als afstudeeronderwerp koos, terwijl deze familie toch stof genoeg geeft. Woudschenner En nu naar buiten! Uren dwaal ik over de Utrechtse singels, nog eens doorkruis ik het Vondelpark. Tevergeefs rammel ik aan het hek van enkele buitenplaatsen. Tot slot breng ik een bezoek aan het enige werk waarin drie opeen volgende generaties Zocher de hand hadden: de dit jaar (1984) vier eeuwen oude Haarlemmerhout. Op het "Vlooienveld" voor het Pavil joen Welgelegen blader ik het 176 pagina's dikke gedenkboek door. Op 13 pagina's wordt de naam van de familie even genoemd. In 1827 maakte Jan David de Oudere het eerste ontwerp voor een reorganisa tie van het bos, in 1902 legde Louis Paul het werk daaraan woedend neer. Reden was dat vanuit de raad werd aangedrongen op het rooien van bomen en het scheppen van meer licht en ruimte. Het was Leonard Springer die dit werk aanvaardde, reden waarom de toen ruim 80-ja rige Louis Paul Zocher hem uitmaakte voor vandaal en woudschenner. Springer reageerde door in het Haarlemsch Dagblad de taal van de jeugd aan te slaan: "Gij zijt afgeleefd en hebt afgedaan. Laat thans aan jongeren over hun denk- en zienswijze te openbaren." 22

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1986 | | pagina 14