Zuid onder zijn leiding kreeg - beiden later directeur.
Mede door deze gelukkige keuze werd het PWN Van Oldenborghs grote werkstuk. Zo'n
groot werkstuk, dat het een levensvulling zou kunnen zijn. Niet voor Van Oldenborgh. Hij
werd in 1924 mede-directeur van het PEN, naast FA. Smit Kleine en was van 1930 tot
1940 de enige directeur van het PEN. Een combinatie van functies die alleen is weggelegd
voor een reus.
Een man die veel bouwde, maar vrijwel nimmer luchtkastelen. Een man met een ver voor
uitziende blik die, staande op de dijk van wat toen nog de Zuiderzee was, tegen een van zijn
naaste medewerkers zei: 'Kijk, daar ligt onze waterwinplaats van de toekomst'. Een man,
die uiterst zorgvuldig was met de overheidsgelden die hij moest beheren, maar die een
open oog had voor de behoeften van zijn personeel. Een bronzen plaquette, in het door zijn
medewerker ir. B.F. van Nievelt gebouwde PWN-hoofdkantoor in Bloemendaal, getuigt van
de bewondering van het personeel voor zijn eerste directeur.
Toen Van Oldenborgh op vrijdag 26 april 1940 vrij plotseling stierf - hij was toen nog geen
vijfenzestig - liet hij twee prachtige bedrijven na: het PEN en het PWN. Het PWN was hem
daar, dat kan men onomwonden vaststellen, het liefste van. Het was de padie die hij zelf
had geplant.
HET KINHEIMPARK
Zoals u elders heeft kunnen lezen, werd in 192? het PWN-gebouw aangeduid als het hoofd
monument in de bebouwing van het Kinheimpark (het nieuwe PEN-gebouw kwam eerst in
1935 tot stand).
Reden om het ontstaan van het Kinheimpark eens nader te bezien.
Vroegere namen van Kennemerland zijn o.a. Kennem en Kinhim. Legt prof. dr. P.J. Blok
een link naar de Kaninefaten, dr. P. Hoekstra daarentegen denkt eerder aan een naams-
aanduiding uit de Frankische tijd. Een oorkonde van de Frankische Hofmeier Karei Martel
730) spreekt van de pago (pagus=gouw) Kinnehim (later ook vermeld als Kinnin,
Kinnahem, Chinheim).
Hit samenvoeging van een aantal gouwen (waaronder Kinheim) ontstond later het graaf
schap Holland.
Dr. G. Karstens deelt de visie van dr. P. Hoekstra. Hij veronderstelt dat in 'Kin' het woord
'Kien' (pijnboom) schuilt, 'heim' staat voor buurtschap of (woon)plaats. Deze verklaring
zou inhouden, dat er in het oude bosrijke Kennemerland veel naaldbomen voorkwamen.
Het Kinheimpark werd aangelegd op de weilanden gelegen tussen de Verbindingsweg, de
Kinheimweg, de spoorlijn Haarlem-Bloemendaal en de Vijverweg, met aansluitingen op de
KLeverlaan en de Bloemendaalseweg.
Door die weilanden liep de Vaart (thans in grote lijn de Dr. D. Bakkerlaan). Dit water, dat
een directe verbinding had met de Delft en van daaruit via de Jan Gijzenvaart met het
Spaarne, eindigde in Bloemendaal in het zogenaamde haventje van Rouwens. Thans onge
veer aan te geven met de vierhoek Bloemendaalseweg, Vijverweg, Bispincklaan en Bakker
laan.
(Uit: 'Van duin tot IJsselmeer')
De naam 'Kinheim'
Weilanden
15