In de watertoren bevond zich. op ongeveer twintig meter hoogte het eerste platform. Hier waren aan vier zijden boogramen aangebracht met van tegeltableaus voorziene balustra des. Aan de noordkant was bovendien de standaard voor de vlaggestok bevestigd. Een ver dieping hoger, op vierentwintig meter, zat het uurwerk met aan de noord- en zuidkant een grote koperen wijzerplaat, goed zichtbaar vanaf de weg en vanuit de tuin. Direct hierboven, aangegeven door het grote rondom doorlopende tegeltableau, bevond zich het enorme waterreservoir, met zijn hoogte van drie meter een druk leverend van 2,8 atmosfeer. Het derde platform tenslotte, bovenin de toren, was via een ijzeren trapje bereikbaar. De toren was hier aan alle kanten open en bood een schitterend uitzicht over heel Kennemerland. De torenspits werd bekroond door een windvaan. Hier, hoog in de toren, hingen ook de drie grote luidklokken die onder meer op het hele en halve uur hun stem lieten horen, maar wanneer de familie Bunge thuis was en de vrouw des huizes 's middags rustte, werd het slagwerk tijdelijk uitgeschakeld. Het water in de toren werd met een centrifugaalpomp omhoog gebracht. Deze pomp werd aangedreven door een aggregaat, dat zich in het souterrain van 'Kareol' bevond en tevens voor de elektriciteitsvoorziening in het huis en de bijgebouwen zorgde. Het water werd via leidingen in de noord-muur, met een aftapkraan op het eerste plat form, naar boven gepompt naar het grote bassin. Van daaruit liepen er meerdere water afvoercircuits naar beneden, waarschijnlijk aparte leidingen voor het grote huis, voor de bijgebouwen, kassen en vijvers, en voor de uitgebreide centrale verwarmingsinstallatie en de warmwatervoorziening. De watertoren kon beklommen worden via een houten wenteltrap rond een holle spil waarin de leidingen liepen. De leidingen waren geïsoleerd met, door speciaal geprepareerd linnen op zijn plaats gehouden, fijn zaagsel zoals dat vroeger ook gebruikt werd voor onder de vloer gelegen verwarmingsbuizen. Op den duur verging het linnen en stroomde het zaagsel weg, waardoor de houten trap levensgevaarlijk werd voor wie naar boven wilde klimmen maar een ideale nestgelegenheid bood aan de talrijke duiven die de toren gedurende tientallen jaren bewoonden. De watertoren van 'Kareol' was destijds zonder enige twijfel een voorbeeld van moderne techniek, uitgevoerd op artistiek verantwoorde wijze, zo tekenend voor de instelling van de bouwheer van 'Kareol', Julius Carl Bunge, handelsman en de drijvende kracht in de Nederlandse Wagner Vereeniging. In het hele huis trof men bewijzen aan van die instelling; overal toepassing van moderne technieken, gebruik van moderne materialen, altijd van de hoogste kwaliteit en op kunst zinnige wijze èn met vakmanschap toegepast. Haast de al even genoemde, voor die tijd indrukwekkende centrale verwarmingsinstallatie, beschikte de familie Bunge over een zó uitgebreid huistelefoonnet als nog niet eerder in Nederland was aangebracht! Maar terug naar het water. Dankzij de waterleiding en de warmwatervoorziening had men in 'Kareol' de beschikking over warmwater-uit-de-kraan, niet alleen in de keukens maar ook in de verschillende moderne badkamers, waaronder de legendarische badkamer van het echtpaar Bunge met zijn verzonken marmeren bad waarin men via enige treden afdaalde en waarboven een bijzonder fraai tegeltableau was aangebracht met bladgoud versieringen die schitterden in de ochtendzon. Tenslotte werd, waar dit maar enigszins mogelijk was, het regenwater opgevangen om gebruikt te worden in de kassen en de tuin. Op de grote zolder bijvoorbeeld bevonden zich enorme zinken reservoirs waarin het regenwater van het dak zich verzamelde om via leidingen de oranjerie en de dichtbij het huis gelegen vijvertjes en fonteintjes van water te voorzien. Bij de kassen werd het regenwater naar watertonnen en waterputten geleid om voor besproeiing gebruikt te worden. Niets werd aan het toeval overgelaten bij de bouw van 'Kareol', overal scheen aan gedacht. Zo ook bij de aanleg van het watervoorzieningssysteem. Dit perfectionisme was een van de dingen die dit huis zo fascinerend maakte. Helaas, sinds de sloop van het landgoed in 1979 zijn wij aangewezen op wat ons aan documentatiemateriaal in de archieven rest. H. Slagter-Wieringa 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1987 | | pagina 28