TEKENSCHRIFT
De Bond Heemschut, de landelijke vereniging tot bescherming van
cultuurmonumenten bestond vorig jaar driekwart eeuw. Ter gelegen
heid hiervan werd een prijsvraag uitgeschreven voor journalistieke
produkties op het terrein van de monumentenbescherming.
De eerste prijs werd toegekend voor de rubriek Tekenschrift van het
duo Jaap Sluis (verslaggever) en de tekenaar Hans van der Horst,
zoals die al sinds november 1985 tweewekelijks in het Haarlems
Dagblad verschijnt.
Deze rubriek, waarin ontwikkelingen op terreinen als de stedebouw,
architectuur en de monumentenzorg in onze regio in tekening en ge
schrift worden gebracht, zal terzijnertijdmede dankzij dit suc
ces, gebundeld in boekvorm worden uitgebracht.
Wij willen Jaap Sluis en Hans van der Horst hartelijk feliciteren
en publiceren hierbij graag een aflevering over het Stoops Bad in
0verveen
Veel sportmonumenten heeft Nederland de afgelopen decennia niet op
geleverd. In Rotterdam is er de uit de jaren dertig stammende
Feyenoord-Kuip van de architecten Brinkman en Van der Vlugt. En wie
kent niet het fonkelnieuwe, nu al veelbesproken Thialf-ijsstadion
in Heereveen. Maar hoe vreemd het misschien moge klinken: een van
Nederlands allergrootste sportmonumenten vinden we dicht bij huis
en wel in Overveen waar het uit 1924 stammende Stoop's Bad ligt.
Een zwemparadijs van het zuiverste water, ontworpen door architect
Ed. Cuypers en in 1934 uitgebreid met een door zijn collega G. Holt
gemaakt openluchtbad
Tijdens zijn werk aan Stoop's Bad verdiepte Cuypers zich, zo
blijkt uit een door hem geschreven beschouwing, buitengewoon in de
cultuur van het baden en zwemmen. "Het baden van het geheele lichaam
geeft het volmaakte onderhoud der huid, welk laatst orgaan nog vrij
wel als een bijzaak wordt behandeld en veelal slechts als een be
dekking van spieren en beenderen wordt beschouwd", schreef de ar
chitect Cuypers. Hij ontwierp een zwembad met een theeschenkerij en
"een volledige heeren- en dameskapsalon".
Het inwendige van Stoop's Bad is nog steeds een lust voor -het oog.
Ruime trappartijeneen fraaie entree, schitterende betegeling, tot
in detail verzorgd smeedwerk, Cuypers was onmiskenbaar een man van
het detail. Op een aantal punten vertoont zijn zwemparadijs over
eenkomsten met de kathedrale basiliek aan de Leidsevaart in Haarlem,
een creatie van zijn familielid Jos. Th. J. Cuypers. Beide monumen
ten waaieren breed uiteen en vanuit welke hoek je ook kijkt, steeds
duiken er weer nieuwe uit- en aanbouwsels op.
Architect Holt verdiepte zich eveneens uitgebreid in de zwempro-
blematiek alvorens in 1934 met de bouw van een buitenbad te begin
nen. Hij reisde naar Engeland, Frankrijk en Zwitserland en bekeek
daar allerlei zwembaden. Die reizen bleven niet zonder resultaat:
de creatie van Holt staat nog steeds te boek als een knap, maar
inmiddels vervallen staaltje werk.
Helaas: hoe goed Cuypers en Holt hun werk ook hebben gedaan, de
glorietijd van Stoop's Bad is voorbij. De dagen dat zwemmers en
baders in groten getale naar Overveen kwamen ("Tram stops at the
door") liggen ver achter ons. Stoop's Bad is verouderd en kan in
het tijdperk van whirlpools en knuffelmuren niet meer meekomen.
16