11 vreugde kon teweeg brengen. Als de winter met zijn ongemakkfen voor mens en dier voorbij was en de koeien weer de weiden hadden opge zocht, placht ook de boer van Elswout zijn landheer enkele klompjes boter te zenden in de vorm van schaapjes, gemaakt van de eerste ge le weideboter ten teken dat het goede seizoen was aangebroken. Git zwarte kraaltjes vormden de ogen van de schaapjes, die in de bek een klavertje-vier droegen als messager de bonheur. Lenteboden waren ook de telken jare terugkerende ooievaars. Zo tussen 24 Maart en 8 April streken ze neer op het nest in het z.g. "Poortstuk", het weiland in het verlengde van het oostelijk gezicht vanuit het huis Elswout. Het stond dicht bij de Elswouts- laan. Dat was voor de opgeschoten Haarlemse jeugd een gerede kans de ooievaars en hun jongen met stenen te bekogelen. Omstreeks 1890 liet de rentmeester het nest verder van de Elswoutslaan het weiland in verplaatsen. Daden van moedwil en straatschenderij moesten voor al rondom Pinksteren worden beteugeld. Dan surveilleerden voorna melijk bij "Kraantje-Lek" twee jachtopzieners, die mijn grootvader voor die gelegenheid had doen uitrusten met sabel en cape, later aangevuld met een pistool en een politiehelm. Sedert 1905 was de Elswoutse veestapel onder veterinair toezicht komen te staan van - opeenvolgend - de dierenartsen Kruimel, Flohil en Kas uit Haarlem. Tot die tijd was de diergeneeskundige verzor ging niet optimaal. In- en uitwendige mankementen werden bij voor keur bestreden met wijn. Zo kreeg ook iedere koe nog tot in de beginjaren van de twintigste eeuw een fles rode wijn ingegoten, wanneer zij gekalfd had. Na 1918 begon men een moderne bedrijfsvoering toe te passen. Daartoe werd moderne apparatuur aangeschaft: een nieuwe zuivelin- richting, een grote ijskast, Amerikaanse meststrooiersgrasmaai- machines enz.Ook een kleine dorsmachine om de op verschillende plaatsen in het duin geteelde rogge te kunnen dorsen. In de jaren vijftig van onze eeuw valt het grote condominium Els wout geleidelijk maar onstuitbaar uiteen. De boerderij komt in handen eerst van de gemeente Bloemendaal, later van het Rijk, het geen vanzelfsprekend een andere wijze van beheer meebracht. Nog niet zo lang geleden hebben runderen van het Franse Limousin-ras (oorspronkelijk afkomstig uit de streek rondom Limoges) de plaats van het Nederlandse vee ingenomen. Na honderd jaar andermaal een experiment Ziehier enkele grepen uit het bestaan van een boerenbedrijf met een traditie van meer dan drie eeuwen achter zich. Mocht het tegen hoop en verwachting worden opgeheven, dan is er geen onstuimige verbeelding voor nodig om te beseffen, dat het in het bijzonder voor onze Bloemendaalse gemeenschap, maar ook voor Kennemerland in het algemeen, een verarming en dus een verlies zou betekenen, indien wederom, zoals helaas reeds zo vaak is geschied, door droeve kortzichtigheid een groot stuk verleden zou wegvallen. Het is nóg niet zo ver. Van de Overheid mag worden verwacht dat zij zorgvuldig naar middelen zoekt, die het voortbestaan van de boerderij van Elswout kunnen waarborgen.- Vrij land Jb. Haerlem 1933, blz. 49 Zie ook: Die Familie Marselis, Studiën zur russischen Wirt- schaftsgeschichteErik Amburger, Giessen 1957, blz. 51.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1988 | | pagina 12