Bestemmingsplannen zouden moeten worden opgesteld met als leidraad:
het behoud van het groene karakter als doel op zichzelf. En elke
afwijking van een bestemmingsplan, die aantasting van dat groen zou
betekenen zou afgewezen moeten worden. Uit overtuiging!
Hier moet niet alleen worden gedacht aan landgoederen, maar vooral
ook aan de middelgrote percelen. Juist deze zijn talrijk en daar
door sterk sfeerbepalend in de overgangszone tussen dichtbebouwd
en onbebouwd gebied. Het is niet precies aan te geven waar de
"boomgrens" ligt, maar beneden het kritische oppervlak van een paar
duizend vierkante meter worden de mogelijkheden voor hoog groen al
gauw zeer beperkt.
Op korte termijn zou de gemeente, nog meer dan voorheen, kunnen
bevorderen dat grote panden worden verbouwd en geschikt gemaakt
voor bewoning door meerdere gezinnen, waarbij een plan wordt opge
steld voor gemeenschappelijk beheer van het bijbehorende groen,
eventueel met steun van de overheid. Een stap verder gaat vervan
ging van een oud pand door een geheel nieuw, dat geschikt is voor
meerdere gezinnen, maar dat qua oppervlak en volume niet wezenlijk
groter is dan het oude. De verhouding bebouwd/onbebouwd blijft dan
onveranderd en de bomen kunnen blijven staan.
Daarnaast is het misschien hoog tijd om landelijk iets aan deze
problematiek te doen, b.v. door de uitverkoop van het groen tegen
te gaan door bepaalde rechten van de eigenaars van grotere percelen
in te perken of af te kopen.
Zoals hierboven uiteengezet heeft de binnenduinstreek een "tuin"-
functie in onze voor een deel dichtbebouwde regio. Het gaat om een
wezenlijk en waardevol bestanddeel van het regionale leefmilieu.
Ten aanzien van water, lucht, bodem en lawaai komt - te elfder ure
- een milieuwetgeving op gang die de ongebreidelde vrijheden van
de burger aan banden legt. Geleidelijk wordt het inzicht gemeen
goed, dat de aan milieubescherming verbonden kosten op termijn
ruimschoots worden gecompenseerd door het afwenden van veel kost
baarder onheil.
Zijn het groen van de kuststreek, inclusief een onbebouwde kust
lijn en ongerepte duinen als collectief bezit wezenlijk anders dan
die andere milieuaspecten?
Wij menen van niet.
Wij denken, dat het onze verantwoordelijkheid tegenover de huidige
en komende generaties is, weerstand te bieden aan de verleidingen
van korte-termijnop individueel profijt gerichte politiek. Er
staan té grote belangen op het spel.
Landelijk zou iets gedaan moeten worden aan de financiële regelin
gen tussen Rijk en Gemeente, die tot dusver de gemeenten aanzetten
tot het opvoeren van hun inwonertal. In het kader van een zorgvul
dig milieubeleid zou men voor kwetsbare "groene" gemeenten specia
le voorzieningen moeten treffen.
Zure regen is niet de enige bedreiging voor ons groen!
DrWBrackman
H. S1agter-Wier inga
26