nu eens hoog op het duin, dan weer laag tegen de strandvlakte en de oude vijver aan. Met elkaar houden de tuinen nog iets van het parklandschap overeind. In de provinciale "Nota oude villagebieden" (1987) wordt geconcludeerd: "De betekenis van villagebieden als broedgebied van bosvogels is bijzonder groot en vaak groter dan in de nabijgelegen bossen zelf, zowel als gevolg van een grotere afwisseling binnen de beplanting (leeftijd en soortenrijkdom) als van een grotere afwisseling in open en gesloten plekken." Alleen daar waar de huizen te dicht op elkaar staan, omdat de percelen klein zijn of omdat de oorspronkelijke villa is afgebroken en het perceel is ingevuld met twee of meer nieuwe, is het park-karakter bijna onherkenbaar geworden. Meestal worden in dat geval ook veel grote bomen gekapt, visueel en ecologisch een belangrijk verlies. Want hoeveel insecten alleen al kunnen niet in een wintereik leven? De tekening geeft een beeld van beheersmogelijkheden van een hypothetisch villapark. 1: alternatief onderhouden gazon 2: 1 A 3 maal per jaar maaien 3: moerasruigte, in delen om het jaar maaien 4: ruigtekruiden, in delen eens in de 2 A 3 jaar maaien. Opslag van struiken en bomen toelaten. 16

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1989 | | pagina 17