beleid en dat overschrijding van de begroting, al was het geld ook
uitgegeven in het beste belang van Bloemendaalvoortaan niet meer
getolereerd zou worden.
Wethouder Laan hield de eer aan zichzelf en hoewel hij nog graag
zijn termijn had uitgezeten, stelde hij in 1932 zijn zetel beschik
baar
Het jaar daarop nam hij afscheid als raadslid en verliet Bloemen
daal om in Aix en Provence in Frankrijk verbetering van gezondheid
te zoeken. Toch wilde men hem niet zomaar laten gaan. Zijn ambtena
ren van de dienst Publieke Werken boden hem een prachtig album aan
met foto's van wat in de jaren '20 onder zijn beheer tot stand kwam
en door een comité onder leiding van de heer J.D. Meeuwig werd
onder de burgerij geld ingezameld voor een geschenk.
Op 17 augustus 1933 werd het geschenk van de burgerij tijdens een
ontvangst in hotel Roozendaal aan de heer Laan aangeboden. Het was
een ontwerp voor een bank, in opdracht van het comité gemaakt door
architectenbureau Smits en Van der Linden te Aerdenhout. Een van de
sprekers was de vice-voorzitter van de Kon.Ned. Mij. voor Tuinbouw
en Plantkunde, de heer E.A.W. Hirschfeld, die de aanwezigen voor
stelde de bank te plaatsen in Duin en Daal, het plekje dat de
familie Laan ong'etwi j f eld het liefst van Bloemendaal zou zijn,
terwijl hij voor de bank een opschrift aan de hand deed: "Wandelaar
blijf hier niet staan, ga zitten op de bank van Laan!"
In april 1934 is de bank daar gekomen. Maar J.C. Laan heeft dat
niet meer meegemaakt. Op 16 januari 1934 was hij gestorven.
De weduwe Laan en verdere familie waren bij de plechtigheid aan
wezig. Wellicht door de vormgeving geinspireerd zei aanbieder
Meeuwig "voor de kinderen en kleinkinderen zal deze bank getuigenis
afleggen, dat hun vader en grootvader onverzettelijk was als een
rots
Wethouder A.J. Prinsenburg aanvaardde de bank namens de gemeente in
eigendom en beheer en sprak behartigenswaardige woorden:
In de jaren dat ik met onzen oud-wethouder mocht samenwerken in
den Raad en in de Commissie voor Publieke Werken, trof het mij
altijd weer dat hij die toch van nature meer koopman dan
aestheticus was, als het ware intuitief en heel scherp aan
voelde wat voor het behoud van de schoonheid van Bloemendaal
noodig was
Bijzondere aandacht werd gewijd aan de welstand van nieuw op te
richten bouwwerken. Over platte daken en on-Hollandsche dakvor-
men welke in onze omgeving als dissonanten werken, werd het
veto uitgesproken.
Maar vooral, en dit is zijn groote verdienste, zag hij het
grote belang voor mooi-Bloemendaal in van een ruime en open
bebouwing
De hiervoor noodige bebouwingsvoorschriften heeft hij door
gevoerd en het nageslacht zal dan ook dankbaar moeten zijn aan
Wethouder Laan, welke met zoo vooruitzienden en ruimen blik dit
voor Bloemendaal zoo essentieele belang tijdig heeft veilig
gesteld.
Wanneer bouwers en grond-exploitanten aan dit belangrijke punt
wilden knabbelen, wist de anders zoo plooibare wethouder niet
van transigeerenomdat mooi-Bloemendaal hem voor alles ging.
Ook ons, raadsleden, werd het in onderlinge gesprekken op het
hart gebonden; andere streken in ons land werden als waarschu
wend voorbeeld gesteld en meermalen klonk het: "Heeren, onze
gemeente is toch zoo mooi; zorg toch dat het in de toekomst zoo
blijft
23