Vóór 1850 bestond Bloemendaal uit een drietal dorpskernen: in
het noorden Bloemendaal, vervolgens Overveen en in het zuiden
Vogelenzang
De dorpen werden van elkaar gescheiden door een uitgestrekt
duingebied en weilanden met verspreid gelegen boerderijen.
Vanaf de 17de eeuw werden delen van het landschap in gebruik
genomen als 1innenblekerij of omgevormd tot buitenplaats voor
rijke kooplui uit Amsterdam en Haarlem.
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd het voor meer
mensen mogelijk om buiten te wonen. De trek naar buiten werd
gestimuleerd door de toename van welvaart, het volraken van de
bestaande steden, de lage belasting in de gebieden buiten deze
steden en een toenemende behoefte aan gezonde lucht.
Door de aanleg van verschillende spoor- en tramlijnen met
bijbehorende stations kon Bloemendaal zich tot woongebeid
ontwikkelen, zowel voor renteniers en gepensioneerden, als
voor forenzen die hun werk hadden in Amsterdam, Haarlem en de
Zaanstreek
De eerste villa's, die vanaf 1860 in Bloemendaal verrezen,
werden verspreid geplaatst rondom de oude dorpskernen in de
natuurrijke omgeving. Meestal waren dit grote witgepleisterde
panden, zoals "Casa Nuova"thans "Casa Cameli") aan de Beks-
laan in Vogelenzang (afb. 2).
Toen steeds meer mensen buiten wilden wonen, werden door
exploitatiemaatschappijen terreinen aangekocht en tot vil
laparken omgevormd. Landschapsarchitecten werden in dienst
genomen om aanleg van wegen, beplanting en verkaveling te
ontwerpen
VOGELENZANG, Huize Casa Nuova.
Uitg II. J. de long. 4252.
Afb.2 "Casa Nuova" te Vogelenzang, gebouwd omstreeks 1860.
Ansichtkaart uit 1903 (Rijksarchief Haarlem).
13