gemaakt met de bedoeling op den duur dit hele gebied, dus ook Buytentwist, de tegenwoordige volkstuinen daarachter, de buitenplaats "de Beek" en de weilanden langs de Kleverlaan te verkavelen en bebouwen. Laten we dankbaar zijn dat het, ten gevolge van twee wereldoorlogen en de crisis van 1929 nooit zover gekomen is! Zeer waarschijnlijk heeft Stoop de grond, die Graichen reeds verworven had, van hem overgenomen met nog een flink stuk erbij. Ongeveer de helft hiervan heeft hij in het begin van de jaren '20 aan het Kennemer Lyceum cadeau gedaan. Nog in de zelfde maand vond hij Ch.F. de Roo van Alderwerelt bereid directeur te worden van het te bouwen bad, wat hij tot 1931 bleef Ook een architect was niet moeilijk te vinden. Al vele jaren had de familie Stoop contacten met Eduard Cuy- pers (1859-1927), de "onbekende neef" van de grote P.J.H. Cuypers, bouwer van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Ed was opgeleid aan het bureau van zijn oom maar in 1878 voor zichzelf begonnen. Tegen de eeuwwisseling raakte hij sterk bekoord door de stroming van de Art Nouveau. Door som migen wordt hij als de "vader" van de Amsterdamse School beschouwd, omdat op zijn kantoor belangrijke architecten van deze richting hun vorming kregen. Zelf heeft Cuypers nooit tot deze school behoord. Wel hechtte hij - evenals de andere wegbereider Berlage - groot belang aan de ambachtelijke af werking van zijn gebouwen. Alleen dacht hij minder monumentaal dan Berlage, die in ieder meubelstuk een bouwwerk zag, terwijl voor Cuypers ieder bouwwerk een geweldig meubelstuk was. Hij overdacht en ontwierp niet alleen gebouwen, maar ook de inter ieurs en details als tegels, hang- en sluitwerk, timmerwerk en meubels. Dit alles ontwierp hij op zijn bureau, "Het Huis" aan de Jan Luykenstraat 2-4 in Amsterdam, terwijl hij elders in de stad eigen ateliers had, zoals een koperslagerij, metaalgie terij, atelier, waar in kleur geëmailleerd kon worden, een meubelmakerij, een schilderswerkplaats en een atelier waar de mallen voor decoratief beeldhouwwerk werden vervaardigd. Keramiek alleen besteedde hij uit aan de "Porceleijne Fles" in Delft. Zijn ideeën droeg hij uit in een eigen tijdschrift "Het Huis Oud en Nieuw", waarin hij ook aandacht besteedde aan andere architecten en oudere architectuur. Ook in Nederlands-Indië heeft Cuypers veel gebouwd. Jarenlang had hij een hechte band met de directeur van de Javaasche Bank G. Vissering. Later werd Vissering president van de Neder- landsche Bank en bouwde Cuypers ook daarvoor veel, terwijl hij ook Vissering's privé-villa "die Clinghe", Hoge Duin en Daal- seweg 33 te Bloemendaalontwierp. Ook met de familie Stoop was er een jarenlange relatie. Voor Stoops jongere, ongetrouwde broer en mededirecteur der "Dordt- sche"Jan en diens zuster, ontwierp Cuypers in 1901 in Dor drecht de villa "Simpang". Jan was een hartstochtelijk auto rijder van het eerste uur en liet bij Simpang een "autoremise" bouwen waarin een Spijker geparkeerd stond met daarop een carosserie ontworpen door... Ed. Cuypers. In Dordt bouwde Cuypers o.a. ook de "Vereniging tot Zieken verpleging (1913—'16) de MTS en Stoop's Bank. Bij de bouw hiervan speelde de familie Stoop een financiële en organisato rische rol, geen wonder, dat Adriaan niet lang hoefde te denken, wie hij als architect voor de bouw van zijn zwembad zou kiezen. 16

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1991 | | pagina 17