verder met chloor gedesinfecteerd en was dan weer voor her gebruik gereed. Water en gebouw werden verwarmd door middel van een aantal op olie (Stoop was immers "olieboer") gestookte stoomketels. Deze olie werd in tankwagens per spoor aangevoerd en via een "pipeline" naar ondergrondse reservoirs gebracht. Voor de luchtverversing werd zoveel mogelijk van natuurlijke circulatie gebruik gemaakt. Stoop's Bad werd geen "Volkschbadinrichtingmaar zou, zo werd verzekerd, "door de prijsstelling wel onder het bereik van de gewone burgerij komen" De officiële opening in september 1921 werd door de burgerij aangegrepen om de stichter te huldigen, niet alleen vanwege de bouw van het Bad, maar vooral vanwege al het andere, dat hij voor Bloemendaal deed en gedaan had. In april werd een comité opgericht, bestaande uit Bloemendalers van verschillende achtergrond, zoals 'de heren Otto, Lioni, Houtgraaf en Quarles van Ufford. Het comité was van oordeel, dat men alle Bloemendalers in de gelegenheid moest stellen aan de huldiging deel te nemen: op ieder adres werd een verzoek om bijdrage en een blanco visite kaartje bezorgd. Dit kaartje, dat men met zijn bijdrage kon terugzenden - zou voorzien van handtekening in een groot boek geplakt worden. Het boek, een oorkonde en het huldeblijk zouden Stoop worden aangeboden. De vraag was echter "wat zullen we geven?" De vereniging "Bloemendaals Bloei" zou immers al een fontein voor in de hal schenken. En in 1923 schonk Cuypers een bronzen jongensbeeld "voorstellende Jan Langelaan" (een kleinzoon van Stoop) voor in de zwemzaal Allerlei ideeën kwamen ter tafel: een gebrandschilderd raam, een tegeltableau of een geschilderd portret. Quarles kwam te weten, "dat Mevrouw Stoop zeer geporteerd was" voor een schilderij en dat Stoop "zich niet zou onttrekken aan een bescheiden huldiging". Als mogelijk te kiezen kunstenaars passeerden de revue: Laszlo, Isaac Israëls, Lizzy Ansingh, Arntzenius en Jan Veth. Op 21 mei schrijft Stoop "Ik wijs Jan Veth aan om mijn portret te schilderen" 27 September was de grote dag van de officiële opening en hul diging. Het schilderij kwam pas het volgend jaar gereed, maar Stoop ontving wel een prachtig gecalligrafeerde oorkonde met daarbij een dik boek, waarin de handtekeningen van alle Bloe mendalers, die aan het huldeblijk hadden bijgedragen. Stoop's Bad voorzag in een grote behoefte en werd binnen tien jaar zelfs nog uitgebreid met een buitenbad. Bijna alle bloemendaalse en heel veel haarlemse kinderen hebben er leren zwemmen. Verenigingen, scholen en het CIOS hebben er jarenlang onderdak gevonden. Er werden wedstrijden en zwemfestijnen gehouden, zoals in 1925 ten bate van een watersnoodramp. Ondanks het klimmen van de jaren, hield Stoop zich steeds intensief bezig met zijn bad. In 1935 overleed hij. Stoop's erfgenamen stonden voor de moeilijke keus: afstoten of door gaan. Het werd het laatste; eerst gezamenlijk, na de oorlog door één der "staken" alleen. Anno 1991 is deze eens zo groots opgezette "zwemtempel" een deerniswekkend uitgewoond casco. Alles wat de charme ervan uitmaakte is verdwenen: beeldhouwwerk, siersmeedijzertegels. Alleen de kleedkabines en de zwemzaal worden nog gebruikt, zoals ze ontworpen zijn, maar ook hier is iedere detaillering en alle sier verdwenen. Noch een particulier noch de overheid kunnen zo'n zwemtempel meer exploiteren en binnenkort zullen de deuren van Stoop's Bad dan ook definitief worden gesloten. 19

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1991 | | pagina 20