in Nederland ook niet hadden. De enige instellingen die zich in ons land met water bezig hielden, waren de Sportfondsen- baden, maar nooit in buitenbaden. Met deze opdracht zat ik over mijn oren in nieuwe vraagstuk ken. En ik had in mijn hoofd gezet: dat ga ik van beton maken. Het was één van de eerste bouwwerken van de grote aannemer J.P. van Eesteren". Voor het overdekte zwembad uit 1920, dat vooral 's winters bezocht werd, bestond in de zomermaanden veel minder belang stelling. Na de voltooiing van het complex konden zwemmers naar keus het openlucht- of het overdekte bad gebruiken. Het openluchtbad werd daarbij opgevat als haast onmisbaar onder deel van een gezonde lichaamscultuur en een ontspannende mogelijkheid om de sleur van de werkdag te onderbreken. Denk beelden hierover bereikten Nederland vooral via Zwitserland en Duitsland Het resultaat was een groot bassin en een kinderbassin, dat met een ingenieus stelsel van streng gescheiden looppaden voor badenden en niet-badenden werd ontsloten via het binnenbad van Eduard Cuypers. Het buitenbad had een eigen watercirculatie systeem dat beheerst werd vanuit een pompgebouw. Bij het buitenbad werd getracht de belangen van de gebruikers te bepalen en tot een logische ordening ervan in het plan te komen. Richtlijn bij het ontwerpen en bouwen van de verschil lende delen waren de grootst mogelijke hygiëne en de oriënta tie naar zon en wind. Holt in 1935: "Alle perrons en terrassen rondom de bassins zijn van in het zicht blijvend beton en men ziet niets wat vuil is, vuil kan worden, vuil ophoopt of verzamelt" Het Stoop's openluchtbad is één van de vele verschillende soorten bouwwerken, die Holt in zijn lange architectencarrière heeft gerealiseerd. De hoge kwaliteit van zijn architectuur wordt bepaald doordat het geen statisch werk is. Zijn archi tectonisch oeuvre groeit met de persoonlijkheid van de ar chitect mee tot ver in de jaren- '70. De kwaliteit van zijn scheppingen is een tamelijk constante factor. Holt had veel te veel in zijn mars om uit te blinken in één soort gebouw. Mede daarom is het Stoop's openluchtbad een belangrijke nalaten schap van Gerard Holt aan de moderne Nederlandse architectuur en aan iedereen die daar gevoelig voor is. DrsHildebrand P.G. de Boer, Vogelenzang, mei 1991. Literatuur H.P.G. de Boer, Architect G.H.M. Holt (1904), Van Gennep, Amsterdam, 1983, ISBN 90 6012 549 5. O. Fischer, Die neuzeitliche Entwicklung der offenen Badean- lagen, Jahrbuch für Badewesen 1932, MÜnchen, 1932, pp. 203- 223 G. Holt, Openluchtbad- en zweminrichting N.V. Stoop's Bad te Bloemendaal, De 8 en Opbouw 6 (1935) pp. 188-196. G.H. Holt en A.J. van der Steur, Stoop's openlucht zwembad te Bloemendaal, Bouwkundig Weekblad 56 (1935) pp. 385-394. O.A. Kessler, Stadtische SchwimmanstaltenDas Stadtamt für Leibesübungen und Jugendpflegez.j. 1930, als bijlage in Fischer 1932). A.J. van der Steur, Over de waterreiniging (in Stoop's open luchtbad), Bouwkundig Weekblad 56 (1935) pp. 411-412. 23

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1991 | | pagina 24