De heer Springer was het, die op uitnoodiging van den bur
gemeester de richting van den weg aangaf, het plan ervoor
opmaakte en hem deed uitzetten.
Verder kwam men toen echter niet. Immers de duin-eigenaren
wilden wel, ter bestrijding der werkeloosheid, vergunning
geven tot den aanleg van een weg, doch deze mocht niet breeder
dan 12 Meter zijn, en er mocht geen tram langs komen. Dit werd
door Bloemendaal niet voldoende geacht. Tot echter in 1917 de
ministeriële medewerking kwam. De wet ter bestrijding der
werkeloosheid werd aangenomen, waarbij de onteigeningsprocedu
res versneld en vereenvoudigd werden. Nu was het pleit gewon
nen. De wegbreedte kon 50 a 66 meter worden; er kon een tram
langs komen; kort en goed, alles kon nu gebeuren zooals Bloe
mendaal het wilde.
Einde Januari 1918 begon de heer J. de Jong, onze gemeente-
architect, met de opmetingen en het in kaart brengen; piket
paaltjes werden uitgezet en de aanbesteding voorbereid.
Wel waren er nog moeilijkheden gerezen tusschen Zandvoort en
Bloemendaal, daar eerstgenoemde gemeente van de onze eischte,
dat wij in den weg, voor zoover die op Zandvoort's gebied
liep, ook waterleiding- en gasbuizen zouden aanleggen, doch
ook deze narigheid kwam Bloemendaal te boven. In een conferen
tie der beide gemeentebesturen met minister Heemskerck kwam
men tot overeenkomst: onze gemeente kon den weg aanleggen
zonder verdere verplichtingen van ondergrondsch werk op zich
te nemen. Een woord van waardeering voor den heer Gerrits
bestuurslid van het Nationaal Steuncomité, die veel tot het
houden der bovengenoemde conferentie bijdroeg, is hier op zijn
plaats
De raad keurde den aanleg nu goed, en in het voorjaar van
1919 kon de aanbesteding van het grondwerk worden gehouden.
Het werd gegund aan de aannemersfirma W. Blankevoort voor de
som van
f.190.000. In April daarop werd met het werk begonnen.
In het verloop van de baan werden eenige wijzigingen ge
maakt waarvan de voornaamste wel is, dat zij, in plaats ten
Zuiden, ten Noorden van den Haarlemschen watertoren gelegd
werd. Een zijtak naar Bloemendaal, die in het oorspronkelijk
plan gelegen had, was vroeger reeds, jammer genoeg, afgeketst,
daar hij de prise-d'-eau der Haarlemsche waterleiding kruisen
moest, wat niet gewenscht geacht werd.
En thans iets over het aanzicht van den weg.
De middenbaan van 25 meter breedte is voorloopig met heide
beplant tegen het stuiven, zoo ook de taluds; de 4 meter
breede voetpaden, die aan weerszijden langs de geheele midden-
baan liggen, werden met heide belegd.
Deze voetpaden geven een prachtige afwisseling aan den weg.
Nu een 8 tot 9 meter erboven gelegen, dan weer tot 3 meter toe
er onder, bieden zij een levendig en voortdurend veranderend
schouwspel. Zij voeren u op de meest verrassende manier nu
eens door berkenboschjesdie men met opzet daar heeft laten
staan; dan leiden ze langs elsenhout, bemoste hellingen,
fleurige heesters, waar lijsterbes staat als dragende ker
selaars, bouquetten van sparren, glooiingen blauw van de
duindoorn, waar millioenen oranjegele besjes opblinken, klein,
laag, eikenhout, gewonnen en geboren en grillig opgegroeid in
den niet malschen zeewind. Het is een der verrukkelijkste
intiemste landschappen, die wij kennen... Men moet om zich
eenigszins een oordeel over dat reusachtige werk te vormen,
den effen gladden weg eens vergelijken met de omliggende
8