was dan ontstemd als hij merkte, dat het oorspronkelijke beter was. (Bauer heeft
hem eenmaal gei'aden om het schilderij, waar hij enthousiast over was, zo te laten.
Breitner vond het echter niet compleet, werkte verder en heeft het da rdoor bedor
ven; hij gaf de schuld aan Bauer. Daardoor mocht deze later zijn atelier niet meer
betredenBreitner heeft o.a. 'De afbraak in Amsterdam' in Aeraenhout geschilderd
(dit werk hangt in het Stedelijk Museum).
Hij voelde zich echter in Aerdenhout niet op zijn gemak: hij vond het groen verd...
vervelend.
Pimpie
De Breitners hadden een klein hondje 'Pimpie', een verwende lieveling van mevrouw
Breitner, een schoothondje, dat ze 's avonds, als ze bij ons op bezoek kwamen,
meenamen, maar mijn kleine teckeltje moest uit de kamer verwijderd worden, want
hij zou Pimpie kunnen bijten. Pimpie zocht daarop zijn plaatsje in de teckel-mand.
Dikwijls kwam Breitner met zijn vrouw 's avonds bij ons een praatje maken; die
avonden waren steeds zeer geanimeerd, want Breitner was een uitstekend verteller.
Hij sprak gaarne over zijn jeugd, waarbij hij dan een droog-komieke 'tint' gebruik
te, zodat wij soms schaterden van 't lachen."
Oosterse verhalen
Nu wordt het tijd om ons in Marius Bauer te verdiepen. Mari Alexandre Jacques
Bauer werd in 1867 in Den Haag geboren. Zijn vader was decoratie- en huisschilder
met tal van kunstzinnige nevenambten. Thuis kreeg de jonge Marius zijn eerste
artistieke scholing, gevolgd door een opleiding aan de Haagse Academie. Zijn mede
leerlingen waren onder andere Willem de Zwart, G.W. Dijsselhof en Isaac Israels.
Met Israels is hij zijn leven lang bevriend geweest; hij zocht hem steeds in Parijs
op en mocht zo nu en dan zijn atelier gebruiken. Zaterdag 's avonds kwamen col
lega's en geestverwanten in huize Bauer bijeen. Tot de trouwe bezoekers behoorden
onder andere Frederik van Eeden en George Hendrik Breitner. Marius Bauer
interesseerde zich al vroeg voor verre en vreemde landen en hij las het liefst
oosterse verhalen. Zijn kindertekeningen van vier jaar bestaan dan ook niet uit
poppetjes maar uit olifanten. Zijn bezoek aan Constantinopel op 21-jarige leeftijd
was toen een avontuur. De eerste reis vormde het begin van een reeks lange toch
ten door Azië, Noord-Afrika en Europa. Daar vond hij de inspiratiebronnen voor zijn
werk. Naast schilder was hij een groot etser, zelfs zo groot dat zijn etsen wel eens
met, die van Rembrandt zijn vergeleken.
Direct na zijn Constinantinopel-reis kwam Bauer in contact met een aantal 'Tach
tigers', medewerkers van de Nieuwe Gids, waaronder de componist Alphons Diepen-
brock. Bij hem vinden we in een brief een aardige beschrijving over Bauer: 'Een
enigszins timide, lange en magere vent met een kort baardje en half en half het
20