Huize Stamboel aan de Tramweg nr. 3, later Marius Bauerlaan, het huis van de
familie Bauer in de jaren 1901-1916. Gesloopt in 1973.
dat schilderij bracht, dat Bauer hem dan en dan en daar en daar cadeau gaf, waarop
Bauer toen onthutst antwoordde: 'Gunst ja, nou herinner ik 't mij, ja, 't is van mij'
en met een beetje scheefgehouden hoofd bekeek hij het van rechts en links: 'Ach',
zei hij, 'het is niet eens zo slecht.' Misschien kwam het door deze spontaniteit, dat
hij schilderijen zo dikwijls veranderde.
Duitsklinkende naam
Als wij 's avonds gezellig bij elkaar zaten - soms tweemaal per week - werd er veel
over belangrijke gebeurtenissen gesproken: over schilderkunst, literatuur en over
andere vraagstukken die toen accuut waren. De Bauers waren zeer Frans georiën
teerd en hadden een zekere afkeer van wat Duits was. Toen de Eerste Wereldoorlog
uitbrak, klaagde Bauer menigmaal over zijn Duitsklinkende naam, waardoor hij door
iedereen voor een Duitser gehouden werd. Zó fel was deze afkeer van Duitsland en
van hen, die met Duitsland meevochten, dat hij in 1915 eens tegen mij [als Hongaar]
zei: 'Eigenlijk moesten we niet met jullie omgaan.'
In de oorlog zijn ze naar Amsterdam verhuisd en van af die tijd zagen we elkaar
minder vaak. Bauer's omgang met collega's betekende niet veel. Breitner ontmoette
hij maar zelden, nooit in zijn huis; het schijnt dat die twee naturen elkaar niet
goed verdroegen. De zeer veranderlijke spontaniteit van Bauer prikkelde Breitner
en maakte tussen hen de kloof nog wijder. Bauer beweerde, dat een schilderij vlug,
spontaan gemaakt moest worden en in zijn laatste jaren waren zijn schilderijen ook
23