'HerestaSlen'
B«sm®r8bes4sr»dl
Wat zal er nu met Meer en Berg gebeuren? In de loop van
150 jaar is het terrein weliswaar vrij intensief bebouwd,
maar dankzij de zorg van de opvolgende beheerders,
waaronder Springer en in de jaren '50, 60'en '70 van
onze eeuw A. jonker, is er nog veel van de oude luister
over. Speciaal de heer Jonker heeft zorggedragen voor ver
jonging van het bomenbestand, dat daardoor zeer vitaal is.
Opbrengst
In het overvolle westen richten zich natuurlijk begerige
blikken op een vrijkomend terrein van deze oppervlakte en
kwaliteit. Ook Ons Bloemendaal bekeek Meer en Berg met
het oog op de toekomst. Bij het vrijkomen der terreinen
wil de provincie hiervoor een zo hoog mogelijk opbrengst
krijgen. Aan de andere kant hebben de zorgverzekeraars
ook veel in de gebouwen geïnvesteerd en de verhuizing
van de patiënten naar Amsterdam kost (veel) geld. Een
deel van de opbrengst van het onroerend goed moet die
nen om de verhuizing naar Amsterdam te financieren. Dit
alles moet mogelijk gemaakt worden door 'ontwikkeling'
van Meer en Berg.
Ontwikkeling
Bij dit woord slaat menigeen de schrik om het hart. Toch
hoeft ontwikkeling niet altijd tot een negatief resultaat te
leiden. Denk maar aan de ontwikkeling van het Park Duin
en Daal, het Kinheimpark, de Braziliëbuurt in Overveen op
de terreinen van blekerij van Gehrels en de Aerdenhoutse
villabuurten. Van recente tijd zijn er de nieuwbouw in
Vogelenzang-oost en een aantal van de kleinschalige pro
jecten van Corbaspen.
Raspact
Maar als er ontwikkeld wordt moet dit volgens Ons
Bloemendaal wel gebeuren met respect. De geschiedenis
van een terrein moet zoveel mogelijk zichtbaar blijven
opdat we als burgers een relatie blijven houden met het
verleden.
Zochers hoofdgebouw is van schitterende verhouding,
maar volstrekt niet meer geschikt voor het doel waarvoor
het gebouwd werd. Maar het heeft wel een geschiedenis te
vertellen, waar we in dit geval zelfs trots op mogen zijn.
De schoonheid van het gebouw en zijn verhaal dat het te
vertellen heeft zijn twee argumenten die dunkt ons al vol
doende zijn om naarstig te zoeken naar een nieuwe
(woon)bestemming van het gebouw.
Toekomst
Op het ogenblik verkeren de plannen voor de toekomst
nog in het informeel ambtelijke stadium. Straks moet de
politiek, met name het gemeentebestuur van Bloemendaal,
zich ermee gaan bezighouden. Van Zochers hoofdgebouw
schijnt alleen de voorgevel op de rijksmonumentenlijst te
staan. Wij weten dat het gebouw in slechte staat verkeert,
maar wij weten ook dat de hele bouwmassa de geschiede
nis vertelt van 150 jaar verpleging van psychiatrische
patiënten.
Ons Bloemendaal dringt er op aan en wil er ook graag toe
bijdragen, dat gebouw en terreinen met respect voor
schoonheid en historie ervan voor de 21 e eeuw ontwik
keld worden.
H. vW-DS
Onder 'herestallen' verstaat uien de verblijven
voor 'luxe' paarden die men gebruikte om te
berijden of om rijtuigen aan te spannen.
Herenstallen dus» en geen stallen waarin werk
paarden ondergebracht werden» want ook in de
paardenwereld kende men het verschil in rang
en stand.
Al moesten rij-, jacht- en koetspaarden soms ook zwoe
gend hun haver verdienen, zij waren 'luxe paarden' en
werden volgens de belastingambtenaren 'paarden van
weelde' genoemd. Al die andere - van stalhouders, nering
doenden, boeren, van de omnibus- en tramondernemin
gen - waren maar gewone werk - of gebruikspaarden.
Herenhuizen
Herenstallen vond men niet alleen op de buitenplaatsen
maar ook in de steden in de naaste omgeving van de
herenhuizen. In Amsterdam kan men als men goed rond
kijkt zulke voormalige stallen, behorende bij de grachten
huizen, nog ontdekken in de straten die evenwijdig aan de
grachtengordels tussen twee grachten gelegen zijn. In klei
nere steden vond men ze ook in de buurt van de grote
herenhuizen. In Haarlem bijvoorbeeld in de Rozenstraat
ten behoeve van de bewoners van het Kenaupark. Bij som
mige alleenstaande villa's met wat ruimte om zich heen
waren stal en koetshuis aangebouwd. Ook daar kan men
6
Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 2, zomer 1992