bij wat naarstig zoeken in Haarlem en omgeving nog wat voorbeelden van ontdekken. D@ Hartskamp Vanzelfsprekend stonden de paardenstallen bij de buiten plaatsen op eigen erf, meestal op enige afstand van het herenhuis. Helaas ben ik nooit voor onderzoek op dit gebied in Bloemendaal op speurtocht geweest, maar een mooi voor beeld vlak in de buurt was wel de buitenplaats De Hartekamp in Heemstede op de grens van Bennebroek waar de stallen aan de Herenweg stonden naast een van de inrijhekken van de buitenplaats. Zij vormden een klassiek voorbeeld van wat men met een groot woord 'staldeparte ment' zou kunnen noemen; helaas zijn zij enige jaren geleden afgebrand. inrichting Een complex gebouwen omvatte de eigenlijke paardenver- blijven, een koetshuis waarin de ruituigen en tuigen een plaats vonden en meestal ook de woningen van het perso neel: een of meer koetsiers c.q. palfreniers en stalknechten. De zolders boden opslaggelegenheid voor fourage: hooi en haver. Het is trouwens met die Nederlandse luxe stallen een eigenaardig geval. In tegenstelling tot het buitenland Links: palfrenier in overjas; rechts: koetsier in korte jas. heeft men in ons land aan het verblijf van de paarden nooit zoveel aandacht besteed. Ze waren zonder twijfel 'luxe' vergeleken met de stalhouderijen en de boerde rijstallen, maar van 'weelderige inrichting' kon zelden worden gesproken. Geheel onbekend was dit verschijnsel echter niet want Lefrancq van Berkhey (die eind 18e eeuw leefde) vermeldt een Amsterdamse herestal waar de paarden uit marmeren voerbakken hun haver genoten en dat begint dan al iets te lijken op de interieurs van de 'maarstallen' van Duitse vor sten en Oostenrijkse aartsbisschoppen. Al was men er hier destijds nog zo op uit om met kostba re, sierlijke en edele paarden indruk te maken op de medemens, er werd zelden veel geld uitgegeven om de stallen inwendig op te sieren. Oranjes Zelfs de Oranjes hebben dat voor zover bekend nooit gedaan. In de vorige eeuw stonden de paarden van onze koningen in simpele particuliere stallen verspreid over de Residentie. Pas in 1878 kwam - op particulier initiatief! - het bekende gebouwencomplex aan de Hogewal tot stand, maar bij het Loo bleven de paarden nog lange tijd in oude schuurachtige houten gebouwen gestald totdat op initiatief van Prins Hendrik moderne stal- en koetshuizen werden gebouwd. Maar al waren die Koninklijke stallen dan ruim en doel matig ingericht, kostbare versieringen zal men er tever geefs zoeken. Stallencomplex Wanneer in een herestal de wanden betegeld waren, was dit niet zozeer een luxe uitvoering dan wel aangebracht uit hygiënische overwegingen. Zo'n stallencomplex was een wereldje op zichzelf. Voor het houden van équipage, zoals men eigen gerij omtrent de eeuwwisseling noemde, kwam wel een en ander kij ken. Er was maar nauwelijks iets gemechaniseerd want zelfs de scheermachine - zo die al werd gebruikt - moest nog met de hand worden bediend. De paarden moesten met de hand om de zoveel tijd gedrenkt worden en op vaste tijden moest eveneens met de hand haver en hooi worden gegeven. Ook het poetsen van de paarden, het uitkrabben van de hoeven en het invetten van de gewassen hoeven, vergden dagelijks de nodige tijd, afgezien nog van de tijd die nodig was om de standplaatsen van de dieren schoon te houden door nat stro en mest te verwijderen en nieuw schoon stro aan te brengen. Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 2, zomer 1992 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1992 | | pagina 8