de heer en mevr. Philips uit Eindhoven aan de gemeente Haarlem geschonken. Momenteel hangt het in het Frans Halsmuseum. Goudsmid Reyersz. verkoopt in 1627 voor 5.500 het Huis te Vogelenzang door aan Jacob Jacobsz. de Jongh. In De Geschiedenis en Beschrijving der Stad Alkmaar van Allan lezen wij dat Jacob de Jongh op de plaats van het oude huis een nieuw huis liet bouwen, met een fraaie vierkanten toren. Het moet een zeer aanzienlijke woning zijn geweest, hetgeen we kunnen afleiden uit het vers van de dichter-predikant Ampzingh uit Haarlem van circa 1628: Het HUYS te Vogelsang leyt 't enemaal geschonden, De heuvel en de grond word maer alleen gevonden; De naem sou ook vergaen, ten waer 't nu door de Jong Weer uyt der aerden rees, en tot den Hemel drong; 'T word weder als het was, so heerlijck opgetogen, 'T word weer een Graven-Huys voor ons aller ogen. 'T waer jammer dat de naam van 't Huys sou ondergaan Ook blijft de Jong sijn naem so lang dit Huys sal staan. Dezelfde Ampzingh verklaart in zijn in 1628 uitgegeven Beschrijving en Lof der Stad Haarlem aan de hand van '"t Kleine Kronijken van Holland" dat Graaf Floris V de stich ter moet zijn van het Huys te Vogelenzang in het Haarlemmerhout. H ofsted e De vervallen hofstede werd dus door De Jongh herbouwd in de trant en voege des tijds. Hij maakte er een schone welgelegen hofstede van, rondom in haar grachten beslo ten liggend, met hekken en optrekkende brug. Maar dan verkoopt hij, om onbekende redenen, reeds in 1630 deze Lusthof aan de heer Geraert van Schoonhoven uit Amsterdam voor 12.500. Maar ook deze nieuwe bezitter mag niet lang van zijn fraaie huis genieten, want hij over lijdt al in 1634. Zijn weduwe, Anna Munnickx, blijft nog 18 jaar op het Huis wonen en koopt nog meer gronden aan: de Plaggeweide, groot 3 duinmorgen; het Blomwiedeke, daarnaast gelegen, groot 1 duinmorgen; het Huyschotermeertje, groot 2 duinmorgen; en het erfpach- tersrecht op een stuk duin, groot 1 morgen en 12 roeden, al hetgeen Cor Reyersz. bij de verkoop in 1627 aan zich had gehouden en waarvoor hem nu 3.750 werd betaald. Possesseurs Na haar dood verkoopt haar zoon Salomon van Schoonhoven, Ruwaard en Opperdijkgraaf van den lande van Putten, de Vogelenzangse bezitting die hij van zijn ouders geërfd had aan zijn zwager, Jeremias de Haze, den Jonge, uit Amsterdam voor de som van 14.000. De vader van Jeremias, een oorspronkelijk uit Antwerpen afkomstig koopman, was reeds eigenaar van het kleine 'Distelbeek' in Overveen. Hij was een zeer rijk man en liet in 1669 door Philip Vingboons het kapitale pand 'De Arend' aan de Herengracht in Amsterdam bouwen. Zijn zoon was koopman, Kapitein van de Burgerwacht, Schepen van Amsterdam en Raad van de stad Amsterdam van 1712 tot 1733. Daar hij voor de kost niet veel hoefde uit te voeren, verbleef hij veel op Vogelenzang. Hij was gehuwd met Margaretha Helena van Swaenswijck. Een van hun dochters, Anna, Vrouwe van Mijnden en Loosdrecht, trouwde met Mr Lieven Geelvinck, Heer van Castricum, Burgemeester en Raad der stad Amsterdam. Zij verkreeg van de Staten van Holland en West-Friesland, bij een reso lutie van 24 maart 1733, het volgende: 'Dat aan Vrouwe van Mijnden en Loosdrecht mitsgaders aan de Possesseurs van de Hofstede en Huizinge genaamt de Vogelesang, indertijd, sal worden gelaten de Vrije Jagt in de Houtvesterije van Brederode, mits dat desselve Possesseurs afkomstig sullen moeten sijn van iemand, die tot de exer- sitie van de Jagt in daese Provincie is gequalificeert geweest.' Schoonheid De familie heeft van dit recht niet lang gebruik gemaakt, want in 1734 wordt de hofstede met aangehorigheden, groot omstreeks 17 morgen, met een stuk ten zuiden gele gen weiland, van ouds genaamd 'De Plaggeweide' of 'De Plak', groot 3 morgen, voor 19.000 verkocht aan de heer Bartolomeo Andrioli, geboren te Milaan, koopman en Consul van zijne Keizerlijke Apostolische Majesteit te Amsterdam. In 1739 trouwde hij met Geertje Springer, de pupil van zijn vriend Gerrit Braamkamp, een rijke Amsterdamse koopman die tevens kunstkenner en verza melaar was. Zij was weliswaar van eenvoudige stand, maar zou van ongemene schoonheid geweest zijn. Ze stond bekend als Juffrouw Geertje, de winkeljuffrouw van het wijnhuis 'De Vergulde Inkhoren' in de Zoutsteeg (eigen dom van de broer van Gerrit Braamkamp). Toen Andreoli in 1757 overleed, verkocht zijn weduwe het bezit te Vogelenzang, inclusief de beelden, banken, broeiramen en verdere tuingereedschappen, reeds in hetzelfde jaar aan de heer Jan van Marselis Jr (1731-1791), Heer van Zandvoort. Verbouwing Onder Van Marselis werd het huis grondig gerestaureerd. 8 Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 2, zomer 1994

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1994 | | pagina 10