Dit is de laatste grondige verbouwing van het Huis te
Vogelenzang geweest. Er is toen ccn eetkamer aange
bouwd en er werden prachtige stucplafonds en een spie-
gelomlijsting uit de tijd van Lodewijk XV aangebracht. De
tuinen van het landgoed werden aangelegd door J.G.
Michael. Jan van Marselis herschiep het huis in volle glorie
en het werd de prachtigste buitenplaats van de omgeving.
In 1778 breidde hij zijn bezit uit met het naast het Huis
gelegen Teylingerbosch dat hij kocht van Pieter Beek. Na
zijn dood verkochten de erfgenamen het gehele bezit,
inclusief Teylingerbosch, aan de heer Willem Philip
Barnaart (1781-1856). Dat gebeurde in 1807.
Burgemeester
De nieuwe bewoner en eigenaar was fabrikant van garen
en band te Haarlem. Bovendien was hij kolonel van de
Haarlemse schutterij en vanaf 1811 burgemeester van de
stad Haarlem. Door zijn werk en nevenfuncties was hij
genoodzaakt veel in de stad te verblijven. Na zijn huwelijk
in 1804 met Jonkvrouwe Elisabeth C.H. Teding van
Berkhout ging hij in het pas gereed gekomen pand
Nieuwe Gracht 7 wonen. Vanwege zijn verdiensten werd
hij benoemd tot Heer van Bergen, Zandvoort, Aelbertsberg
en Tetrode. Door zijn burgemeesterschap had hij veel con
tact met de Franse koning van Holland, Lodewijk
Napoleon en raakte zelfs bevriend met hem. Vandaar de
erfenis in de vorm van de Napoleontische meubelen die
momenteel nog aanwezig zijn op het Huis te Vogelenzang
en in het Zaaltje staan. Behalve dat de heer Barnaart eige
naar was van het landgoed Huis te Vogelenzang, was hij
ook nog eigenaar van het gehele duingebied in Zandvoort
en in Bergen (N-H). Hieraan herinnert in Zandvoort nog
de naar hem vernoemde Boulevard Barnaart. In 1814
overleed zijn vrouw. In 1816 huwde hij de zus van zijn
overleden echtgenote, Maria C.S. Teding van Berkhout.
Bebossing
Willem Philip Barnaart verfraaide de directe omgeving van
zijn landhuis - dat nu nog statig tussen de oude bomen
prijkt - door aan de zuidzijde twee 17e-eeuwse leeuwtjes
te plaatsen, die van Kasteel Roozendaal afkomstig zouden
zijn. In de rozentuin staan twee hardstenen siervazen uit
het midden van de 18e eeuw. Iets later uit de 18e eeuw is
de marmeren beelden groep, voorstellende 'Vrouwenroof
die zich in de tuin aan de westzijde bevindt. Tezamen met
andere grootgrondbezitters uit de omgeving, zoals de
families Van Lennep, Van Eys, Koenen en Borski, heeft hij
veel gedaan aan bebossing, niet alleen op zijn landgoed,
maar ook in het duingebied.
't Huys te Vogelesang aan de Noordzijde. Pentekening door Hendrik Pok,
1718. Bovenop het torentje staat Jupiter. (Gemeentearchief Bloemendaal).
In één van de salons in het landhuis hangt een fraai oud
schilderij van circa 1800, waarop een jongeman staat afge
beeld wiens kleding van welstand getuigt, met naast zich
een hond met een zeer brede halsband om. Op deze hals
band staat duidelijk zichtbaar de naam Barnaart. De band
bevindt zich nog steeds in het bezit van de familie.
Wanneer de heer Barnaart in 1856 overlijdt, komt zijn
zoon, Jonkheer Volkert Barnaart als eigenaar en bewoner
op het landgoed. Hij is het die in 1874 het landgoed
Woestduin, groot 8 bunder, aankoopt voor een bedrag
van 71.000. Volkert overlijdt in 1878 en wordt opge
volgd door zijn zoon, Jonkheer Rudolf Barnaart, die in
1897 kinderloos overlijdt. Daardoor komt zijn zuster
Anna, gehuwd met Jonkheer Lucas Boreel, door erving in
het bezit van het landgoed. Zij woonde in Haarlem in het
Huis met de Beelden aan de Wagenweg bij de Hout. Op
deze manier bleef het Huis te Vogelenzang toch bewoond
door een Barnaart. In de periode dat de Boreels op het
landgoed woonden werd er ieder jaar een slipjacht gehou
den, waar altijd veel animo voor was. In 1923 verkocht
Anna Barnaart een groot gedeelte van het duingebied aan
de gemeente Amsterdam voor de drinkwatervoorziening
van deze stad. Jonkvrouw Anna overleed in 1925 en
Jonkheer Lucas Boreel bleef alleen achter op het Huis tot
zijn dood in 1934.
Bulb
Na de dood van Lucas Boreel kwam een neef van Anna
Barnaart, Jonkheer Willem Barnaart, die in Bergen (N-H)
een bloembollenbedrijf had, naar Vogelenzang om bezit te
nemen van het landgoed. De familie Barnaart had al lange
tijd grote belangstelling voor de opkomende bloembollen
cultuur. In 1812 stond er in de tuin al een broeikasje,
waaraan een ingemetselde steen, met de naam Barnaart en
Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 2, zomer 1994
9