1812 erop, herinnert. Op de tentoonstelling in New
Orleans, in Amerika, heeft de familie Barnaart veel succes
geoogst met de door hen ingezonden bloembollen,
genaamd 'Bella Donna'. Zij zochten overal naar nieuwe
bollensoorten. Zo is bekend dat zij hiervoor tot in Zuid
Frankrijk, dichtbij de Pyreneeën zijn geweest. Wanneer zij
dan een nieuw soort gevonden en opgekocht hadden,
stonden deze natuurlijk nog op het land. Vanuit
Vogelenzang werden dan mannen naar het adres, waar de
nieuwe bollen op het land stonden, gezonden om deze ter
plekke te rooien en het transport naar Holland te verzor
gen. De toenemende export inspireerde de heren A.E.
Barnaart uit de Bekslaan en A.E.J. Itterson tot het oprichten
van de General Bulb Company langs de Leidsevaart te
Heemstede. Het hoofdgebouw is nog steeds aanwezig en
wordt momenteel gebruikt door de Holland Zweedse
Zaadcentrale, want in de crisisjaren ging de pas opgerichte
General Bulb Company failliet. Toch weet iedereen in
Vogelenzang nog wat toen met de naam Bulb werd aange
duid.
Wereldjamboree
In 1935 begonnen de besprekingen met het Hoofdbestuur
van de Ned. Padvinders over de in 1937 te houden
Wereldjamboree. Het landgoed Vogelenzang was een der
terreinen die hiervoor geschikt werden geacht. Uiteindelijk
viel de beslissing op dit landgoed en konden de eerste
voorbereidingen beginnen. In de zomermaanden van 1936
kwamen voortrekkers bijeen om het gebied in kaart te
brengen, te bebakenen met afrasteringen en andere voor
bereidende maatregelen te treffen. In 1937 werd er voor
deze voortrekkers een vast kamp ingericht bij het
Panneland. De grote bijeenkomst van padvinders uit de
gehele wereld zou worden gehouden van 1 tot 9 augustus
1937. Het jaar 1937 stond geheel in het teken van de
Jamboree en op het landgoed werd hard gewerkt. Eind juli
kwamen de eerste gasten per trein in Vogelenzang aan en
na enkele dagen was het hele landgoed een grote zee van
witte tenten. Het deelnemersaantal bedroeg 28.000. De
wereldleider van deze beweging. Lord Baden Powell, was
ook aanwezig en verrichte tezamen met H.M. de Koningin
de openingsplechtigheid. De dagen van de
Wereldjamboree waren een manifestatie van wereldbroe
derschap, en het buitengewoon mooie zomerweer droeg
ertoe bij dat deze dagen een succes werden.
Oorlogsjaren
Na afloop van dit grote feest bleek dat de natuur niets van
het kampleven en het groot aantal bezoekers te lijden had
gehad. Dat was enkele jaren later wel anders. De oorlog is
hier namelijk niet ongemerkt voorbij gegaan. De eerste
oorlogsjaren passeerden zonder veel onheil voor de natuur
op het landgoed, doch het laatste oorlogsjaar was een
rampjaar. Daar niemand meer kolen had om de kachel te
kunnen stoken, werd her en der clandestien hout 'georga
niseerd' en sneuvelden er in het bos vele bomen.
Houtdiefstallen kwamen aan de lopende band voor. In
februari 1945 werden er door de Duitsers V1-lanceerin-
stallaties op het landgoed geplaatst en moest iedereen eva
cueren. Door de snelle en overhaaste verhuizing kon niet
die zorg aan de kostbare inventaris van het Huis worden
gegeven die hiervoor nodig was en zijn vele kostbare stuk
ken beschadigd of zelfs verloren gegaan.
Beschadigd
Bij terugkeer op het landgoed trof de familie het bos
beschadigd, het Huis zonder glasruiten en de gebouwen
met vele beschadigingen aan. Nog meer bomen waren er
nu gesneuveld door dit laatste Duitse geweld. Een der
huisbedienden van de familie Barnaart, de heer
Hoogewerf, verloor zelfs het leven toen hij in de tuin
door een verdwaalde Duitse kogel dodelijk getroffen werd.
De glasschade kon gelukkig, althans voorlopig, hersteld
worden omdat de familie Roozen van de Tulipschow
gelukkig nog wat ruiten en glas had kunnen redden.
Enkele dagen na de bevrijding arriveerden als eerste bevrij
ders een Canadese gemotoriseerde eenheid, die bij huize
Teylingerbosch hun kampement opsloegen. De
Vogelenzangse bevolking was nu pas echt blij en voelde
zich vrijwant tot dan toe waren er nog steeds Duitse sol
daten in het dorp aanwezig geweest.
Camping
Jonkheer Willem Barnaart overleed in 1952 en de douai
rière bleef alleen achter op het grote huis waar zij gezel-
10
Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 2, zomer 1994