oppervlakte. Deze maatschappij had ook alles opgeknapt, zoals het deskundig snoeien van de bomen langs de oprij laan en het verwijderen van de daar nog aanwezige heg gen. Het herenhuis werd geheel gerestaureerd en voorzien van een grote serre (20 x 7 m) waarbij toiletten 'naar eischen des tijds' werden aangelegd. Er waren 9 logeerka mers 'aangenaam en vroolijk gemeubeld waar men volko men op zijn gemak is', terwijl het hele gebouw werd ver licht met acetyleengas. Buiten waren 25 nieuwe paardenboxen van steen neergezet. Een gebouw dat als van ouds als 'De Kazerne' bekend stond, werd ingericht als hotel voor jockey's, pikeurs en stalpersoneel. In totaal bood het plaats aan 32 gasten, die bovendien konden beschikken over een gezelschapszaal voor ontspanning. Van Merkensteijn, die dit alles vermeldde, meende dat het Hotel-Restaurant Woestduin ongetwijfeld in de smaak zou vallen omdat de exploitatie aan goede handen was toever trouwd. Reclameborden Toen op 6 april 1902 de hekken van Woestduin voor de tweede keer voor het publiek opengingen, was het slecht weer en ijzig koud, maar dat had het publiek, waaronder zelfs veel dames, er niet van weerhouden in groten getale aanwezig te zijn. Maar naast alle verbeteringen was de baan uitgesproken slecht. Hij was kaal, waardoor hij bij nat weer modderig en dus zwaar was en bij droog weer stoffig. De grasmat was nog niet dik genoeg en men had verzuimd er in de rustperiode aandacht aan te schenken. Eveneens had men nagelaten de hindernissen voor de steeple-baan zwaarder te bouwen zodat ze te licht waren voor echte hindernispaarden. Men ergerde zich ook aan de reclameborden, die aan de overzijde van de tribune waren geplaatst! De heer Van Stolk, aan wie ongetwijfeld als vooruitstrevend zakenman dit initiatief te danken was, was zijn tijd wel erg vooruit... Bloeiperiode Na het tweede seizoen volgden er nog meerdere. Voor degenen, die belangstellen in de historie van onze paar denfokkerij en paardesport een boeiend verhaal, met prachtige hoogtepunten en typische ruzies, met geknoei en records. Hoe men over het toen - en ook nu nog - onverbrekelijk met de snelheidssport verbonden wedden moge denken, voor de liefhebber van edele bloedpaarden en van onverwachte snelle tijden die werden gelopen in rennen en draverijen, is de periode dat Woestduin een rol toebedeeld kreeg een bloeiperiode geweest. Uit heel Nederland kon men daar de leden van de hoogste adel en aristocratie ontmoeten. Officieren der bereden wapens hielden er soms een kostbare renstal op na en waren altijd op Woestduin te vinden, zoals baron Creutz, die in 1909 zelfs een gouden zweep uitloofde, te verrijden in een kor- tebaan-draverij. Beschrijving Tot besluit ontleen ik nog het volgende aan een kostbaar propaganda-album bestemd voor het seizoen 1905. Als 18 Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 2, zomer 1994

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1994 | | pagina 20