Vermeer in Bloemendaal
In het Haagse Mauritshuis vindt momenteel
nog tot 2 juni aanstaande de overzichtsten
toonstelling plaats van het werk van de
beroemde Delftse schilder Johannes Vermeer
(1632-1675). Tijdens de tentoonstelling zijn
zijn beroemdste doeken te zien, waaronder dat
van zijn woonplaats Gezicht op Delft. Recent
onderzoek heeft aangetoond dat het schilderij
zich geruime tijd in Bloemendaal moet hebben
bevonden. Ben Broos, conservator van het
Mauritshuis, verdiepte zich in dit aspect van
het schilderij.
Het werk van Vermeer heeft lang niet altijd de waardering
gehad die het nu ondervindt. In de 18de eeuw genoot de
schilder slechts geringe bekendheid. Zijn herontdekking
vond halverwege de 19de eeuw plaats door de Franse cri
ticus Théophile Thoré, die publiceerde onder de naam W.
Bürger. Voor hem was het Gezicht op Delft een 'magistraal
schilderij en absoluut adembenemend.' Begin 1900 vond
Johannes Vermeer, 'Gezicht op Delft', Mauritshuis, Den Haag.
Marcel Proust het 'het mooiste schilderij ter wereld'. Over
de herkomst van dit schilderij vóór 1822 kon tot voor
kort echter niets met enige zekerheid gezegd worden. De
vroegst bekende beschrijving van het schilderij dateert uit
1696, waarna het pas weer in 1822 opduikt in
Amsterdam. Was dit duistere gat van meer een eeuw het
gevolg van Vermeers miskenning of niet?
Veiling
Het schilderij werd in 1822 in Amsterdam geveild uit 'het
kabinet van wijlen den heer S.J. Stinstra, van Harlingen'.
Met toestemming van koning Willem I kocht Cornells
Apostool (1752-1844), de directeur van het Rijksmuseum,
het doek op deze veiling voor het Mauritshuis. In het
archief van het Haagse museum worden de brieven
bewaard met het verslag van deze historische daad. "Zijne
Maj[esteit] heeft gelast, dat van de aangekochte schilderij
en, dat van van der Meer op het kabinet alhier
[=Mauritshuis] zal worden geplaatst', schreef minister A.R.
Falck op 5 juni 1822 aan jonkheer Johan Steengracht van
Oostkapelle, de directeur van het Mauritshuis. Steengracht
had eerder aan de minister laten weten dat hij het schilde-
12
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 1, voorjaar 1996