DE EERSTE SCHOOL IN AERDENHOUT Dorpspolitiek in de jaren twintig Voorjaar 1922. In Aerdenhout vindt een aantal ouders van jonge kinderen dat er nu eens ein delijk een school moet komen. In Overveen vindt het gemeentebestuur dat een school een kostenpost is. Voorlopig is dan de toon gezet. Aerdenhout en Bentveld (dat wil zeggen het Bloemen- daalse Klein-Bentveld tussen de Mr. Enschedeweg, de Zandvoortselaan en de gemeentegrens) vertonen in 1922 een nog landelijk karakter. Wel wordt er inmiddels druk gebouwd. Schoolgaande kinderen reizen per tram naar Haarlem of naar Zandvoort. Zo'n tram bestaat uit twee luxe wagens voor het forensenverkeer - de werkende vaders - en een eenvoudige wagen voor de schoolkinderen die onderweg hun abonnement vaak aan een koordje om hun hals dragen. Vijftig jaar later schrijft Dea van Hall, van 1924 tot 1964 als onderwijzeres aan de Schoolvereniging verbonden: 'Die schooltram was voor de NZH [juf vergist zich, het was toen nog de ESM] geen pretje. Aparte stren ge conducteurs werden daar ingedeeld. En dat was ook nodig. Want de kinderen van Riemsdijk hebben eens hun tassen gevuld met sneeuwballen en daarmee een gevecht geleverd in de tram. Overtreders werden uit de tram gezet bij het viaduct en moesten verder lopen. In ernstige geval len werd het abonnement ingetrokken.' Geen pretje voor de ESM, wellicht, maar voor bezorgde ouders al evenmin. Hun bezorgdheid bleek niet ongegrond: enkele jaren later, in 1926, zou de schooltram het leven kosten aan een acht jarig jongetje dat vlakbij de halte Aerdenhout te ver naar buiten leunde en met zijn hoofd tegen een paal sloeg. De oprichters Deze 'onhoudbare toestand die waarlijk geen betoog hoeft' leidt op 23 maart 1922 tot oprichting van de Schoolvereniging 'Aerdenhout-Bentveld', met Baron van Dedem als voorzitter van het bestuur. Wat de initiatiefne mers voor ogen staat is een gemengde school voor gewoon lager onderwijs met zeven leerjaren en maximaal 24 kinderen per klas. Zij willen een extra leergang in han denarbeid, onderverdeeld in nuttige handwerken voor meisjes en slöjd (werken met karton, klei en hout) voor jongens. Ze zetten hoog in. Zich beroepend op de Lager Onderwijswet van 1920 verzoeken zij het College van B&W om de benodigde gelden voor een schoolgebouw Alexander C.A. Baron van Dedem, voorzitter van het bestuur van de Schoolvereniging 'Aerdenhout-Bentveld'. voor 168 leerlingen, een gebouw met een gymnastiek-, een teken- en een slöjdlokaal. In een bijgesloten verklaring verbinden zij zich hun kinderen de op te richten school te laten bezoeken. Wettelijk zijn ze hiertoe verplicht en hun aantal is bepalend voor het welslagen van de onderne ming. Het is de meting op grond waarvan de overheid de behoefte aan onderwijs peilt. Het rubriekje met leeftijden dat zij er in goed vertrouwen aan toevoegen, blijkt niet verplicht en zal hun nog aardig opbreken: Van Dedem Boekenroodeweg 2 6 en 9 jaar Maks A'houtsduinweg 9b 6 en 10 jaar Adams A'houtsduinweg 1 0 3,4, 7 en 10 Lens A'houtsduinweg 8 S jaar Koning A'houtsduinweg 4 6 jaar M.Koning Vogelenzangscheweg 10 en 4 jaar Manders A'houtsduinweg 2a 4 en 2 jaar Leyns Mr.Enschedeweg 18 8 jaar Smit Mr.Enschedeweg 16 4 jaar Mouthaan Mr.Enschedeweg 12 11 en 8 jaar Van Rossum Van Alphenlaan S 3, 5 en 7 jaar Landeweer Boekenroodeweg 6 anderhalf jaar Van IJzeren Zandvoortsche Straatweg 60 4 jaar Van Steyn Koeduinweg S 2 jaar De Clercq v. Stolberglaan 1 2 2 en 3 jaar Van Marwijk Kooij Westerlaan 9 a baby, 4 en S j 16 Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 1, voorjaar 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1996 | | pagina 16