J. de Lugt
Langelaan 3
anderhalf en 5
J. Lobatto
Langelaan 5
5 jaar
M. Dikker
Hoplaan 3
8, 5 en 4 jaar
R. Pitlo
Pentislaan 1
baby en 7 jaar
Dr. Bierens de Haan
Slingerweg 2
8 jaar
F. van Leer
Westerlaan 3 1
5, 3 en 2 jaar
H. Würtz
Westerduinweg 2
6 jaar
M. Staderman
Zuidlaan 1
9 en 6 jaar
A.P. Smits
Westerlaan 9
7 jaar
C. Jacobs
Houtvaartpad 42
8 maanden
Kraaijeveld
Westerlaan 45
6 en 1 jaar
Bloemendaal is een kleine gemeente. Nog voor de raad
een besluit heeft genomen, is het de Schoolvereniging al
duidelijk dal zij weinig kans maakt. De lobby wordt opge
voerd, en met succes. Nog twee families extra blijken, op
de valreep, bereid zich te committeren. In een aanvullende
verklaring d.d. 15 oktober tekenen:
R. Oudes Boekenroodeweg 7 en 5 jaar en
A.F. van Hall Bentveldweg 2 6 jaar
De eerste ronde
Het helpt niets. Op 19 oktober 1922 besluit de gemeente
raad, op grond van een tijdloos argument als 'dringend
geboden bezuinigingen', dat het verzoek van de
Schoolvereniging 'Aerdenhout-Bentveld' moet worden
afgewezen.
De ambtelijke toelichting op dit besluit verraadt een geoe
fend oog voor details en concentreert zich hoofdzakelijk
op de rubriek met leeftijden. Misprijzend wordt geconsta
teerd dat 'zeer vele van de opgegeven leeftijden niet over
eenkomen met de leeftijden zoals die uit de bevolkingsre
gisters blijken'. Maar ook al zouden alle leeftijden juist
zijn, staat er dan, een aantal kinderen is te jong om de
school 'bij hare opening' te bezoeken. En vervolgens wor
den alle bezwaren nog eens omstandig uit de doeken
gedaan:
dat immers één van de door H.F. Adams opgegeven
kinderen nog slechts 4 jaar oud was ten tijde van de dag
tekening der verklaring; dat voorts op genoemde datum
van C.R.R. Manders één kind slechts 3 jaar, van A.J. van
Rossum één kind slechts 4 jaar, van E. Landeweer de beide
kinderen slechts 2 jaar, van J.A. van Steyn één kind slechts
2 jaar, van S. de Clercq één kind slechts 3 en één kind
slechts 2 jaar, van van Marwyk Kooy één kind slechts
1 jaar, van J. de Lugt één kind slechts 2 jaar, van F. van
Leer één kind slechts 4 en één slechts 2 jaar en van
P.J. Kraayeveld één kind slechts tien maanden oud is;
totaal derhalve 13 kinderen, van wie mag worden aange
nomen dat zij bij de opening der school nog niet als leer
lingen aangemerkt zullen kunnen worden dat voorts
de heer J. Smit, wiens kind mede als toekomstig leerling
der op te richten school werd opgegeven, niet in deze
gemeente, doch in de gemeente Amsterdam woonplaats
heeft en in de gemeente Bloemendaal slechts enkele
zomermaanden verblijf houdt [eveneens op de valreep,
dus te laat, heeft Smit per brief laten weten dat hij aan de
Bentveldsduinweg een huis voor permanente bewoning
bouwt]; dat R. Pitlo, wiens kind eveneens als toekomstig
leerling was opgegeven, zich intussen metterwoon in
Duitsland is gaan vestigen; en dat tenslotte C. Jacobs, afge
zien nog van de omstandigheid, dat het door hem opge
geven kind op grond van zijn te jonge leeftijd nog niet als
leerling kan worden aangemerkt, niet in deze gemeente,
doch in de gemeente Heemstede woonachtig is en diens
kind niet bij de berekening van het aantal leerlingen in
aanmerking behoort te worden gebracht, aangezien
iedere gemeente heeft zorg te dragen voor haar onderwijs
en dientengevolge niet voor het onderwijs aan kinderen
van buiten haar gebied wonende ouders.'
Volgens deze rekensom (de drie nagekomen kinderen
Oudes en Van Hall worden niet meegeteld, de gemeente
zegt geen rekening te kunnen houden met omstandighe
den die zich na het indienen der aanvrage hebben voorge
daan) resteren er slechts 38 kinderen en dat zijn er twee
te weinig. Volgens de wet moet een school door tenmin
ste 40 leerlingen worden bezocht.
De tweede ronde
Verontwaardigd wendt het bestuur van de School
vereniging - de voorzitter Alexander C.A. Baron van
Dedem, zonder beroep, de Heemsteedse secretaris/pen-
ningmeester Cliristiaan Jacobs, administrateur, en de leden
Frits van Leer, advocaat en Anthonie P. Smits, architect -
zich tot Gedeputeerde Staten. B&W verdedigen zich met
de stelling dat zij tegen het protest van de
Schoolvereniging naar de letter van de wet niet veel kun
nen invoeren, maar dat er aan deze wet toch een andere
bedoeling ten grondslag moet hebben gelegen!
In deze opvatting staan zij alleen. Zeker, de school moet
door tenminste 40 leerlingen worden bezocht, maar de
betreffende wetsbepaling, zeggen Gedeputeerde Staten,
'maakt geen onderscheid tussen kinderen die de school bij
haar opening dan wel later zullen bezoeken, noch tussen
leerplichtige en niet-leerplichtige kinderen en evenmin
tussen kinderen in- en buiten de gemeente woonachtig.'
De architect kan beginnen. En toevallig is hij lid van het
bestuur.
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 1, voorjaar 1996
17