De echte grote school
Na enig speurwerk is ook voor het echte schoolgebouw
een geschikte plek gevonden; het is een driehoekige ter-
reintje aan de Mr. Enschedeweg, voorheen de Doodweg,
eigendom van de gemeente en in gebruik 'voor de open
bare dienst'. Op 26 februari 1924 wordt het voor een
bedrag van 1 1.500 gulden (op de bouwkosten in minde
ring te brengen) aan de Schoolvereniging overgedragen.
[De huidige speelplaats is dan nog een particuliere tennis
baan en zal pas in 1928, voor een bedrag van 13.000 gul
den, worden aangekocht.]
Nu komen de details aan bod. Het aantal en het formaat
van de klaslokalen, bijvoorbeeld. Van meet af aan heeft de
Schoolvereniging, uit pedagogische overwegingen, zich
voor kleine klassen uitgesproken. In 1922 is dit voor de
gemeente een mooie - maar niet de belangrijkste - reden
om haar medewerking te weigeren en nu, bij de bouwbe-
sprekingen, doet zij er opnieuw haar voordeel mee. Vier
lokaaltjes, elk voor circa dertig leerlingen - daar moet de
Schoolvereniging het tenslotte mee doen. Méér vindt ook
de Onderwijsinspectie niet nodig: 'in verband met het feit
dat nóch onmiddellijk, nóch in de toekomst voor meer
dan 30 leerlingen per lokaal plaatsing zal worden
gevraagd'. 'Als er maar vast iets staat', moet de
Schoolvereniging hebben gedacht. Amper vijf jaar later, in
1929, zijn er 140 leerlingen en moeten er drie lokalen
worden bijgebouwd!
Op het bouwterrein staat de leerlingen van de hulpschool
Het nieuwe gebouw van de Schoolvereniging 'Aerdenhout-Bentveld'
in 1925.
nog een gewichtig taakje te wachten. In optocht lopen zij
erheen. Een van de jongetjes uit de derde klas is het jong
ste broertje van de juffrouw, Beppo van Hall. Hij schrijft
later, in 1982, in zijn herinneringen: 'De 31 leerlingen
mochten op een middag ieder één steen metselen in een
muurtje voor het gymnastieklokaal. Ik bleef na die plech
tigheid nog met mijn vriendjes spelen in de tuin. Tot
De eerste steen.
20
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 1, voorjaar 1996