Bomen en de wet
In een bosrijke gemeente als Bloemendaal leve
ren bomen niet alleen vreugde, maar ook
ergernis en zelfs ruzies op. Daarom is het goed
om eens op een rijtje te zetten wat wel en wat
niet mag betreffende onze bomenpracht. Ik zal
niet steeds de wettelijke artikelen noemen,
maar in een algemeen verhaal uit de doeken
doen hoe men hoort om te springen met
bomen, en met de combinatie bomen en
buren, in Bloemendaal.
Wie een of meer bomen in de tuin wil vellen, dient een
kapvergunning aan te vragen. Daartoe belt hij een van de
medewerkers van de sectie Groenvoorziening op, die ter
plekke zal beoordelen of de aanvraag tot het verkrijgen
van een kapvergunning kans van slagen heeft. Er zijn
meerdere gronden waarop een kapvergunning kan worden
geweigerd en het is plezierig dat van te voren te weten.
De vitaliteit van de boom die geveld moet worden speelt
een rol, net als de boomsoort: tegen velling van een pop
ulier of esdoorn bestaan doorgaans minder bezwaren dan
bij een beuk. Blijft er voldoende groen over na velling,
heeft ander groen misschien baat bij de velling, ontstaat er
op termijn schade als de boom blijft staan, en hoe is de
omvang van de boom in relatie tot de grootte van de tuin:
al deze facetten spelen een rol bij de besluitvorming.
Procedures kapvergunning
Wanneer de aanvraag voor een kapvergunning wordt
ingediend, wordt deze vervolgens door het college van
burgemeester en wethouders verleend of geweigerd. Een
verleende vergunning wordt pas van kracht in de zevende
week nadat de vergunning is verzonden of uitgereikt. In
deze tijd mag men de boom nog niet kappen, tenzij de
boom gevaar oplevert en de vergunning daarom terstond
van kracht is verklaard. De kapvergunning wordt gepubli
ceerd in het Weekblad en omwonenden hebben geduren
de zes weken de tijd om een bezwaarschrift in te dienen
bij burgemeester en wethouders. Na de zes weken heeft
de eigenaar het recht om onmiddellijk tot kappen over te
gaan. Een bezwaarschrift heeft dus geen schorsende wer
king. Wel kan men bij de president van de arrondisse
mentsrechtbank Haarlem om een voorlopige voorziening,
zoals schorsing, vragen. Deze kan de kapvergunning schor
sen, indien er spoed bij is, lettend op de belangen van
betrokkenen.
Wanneer men een bezwaarschrift heeft ingediend, krijgt
men de gelegenheid om dit mondeling toe te lichten tij
dens een vergadering van de commissie van bezwaar en
beroep van de gemeente Bloemendaal. Deze brengt vervol
gens een advies uit aan burgemeester en wethouders, dat
zwaar weegt maar niet bindend is. Dat heeft het bestuur
van Ons Bloemendaal gemerkt tijdens het gevecht om het
behoud van een beuk aan de Dompvloedslaan. De com
missie oordeelde negatief over de kapvergunning, maar
het college van burgemeester en wethouders heeft het
positieve oordeel van de sectie Groenvoorziening laten
prevaleren (voornaamste reden was in dit geval dat de
omvang van de beuk in geen verhouding stond tot de
grootte van de tuin).
Terzijde dient nog te worden opgemerkt dat de gemeente
lijke kapverordening niet altijd van toepassing is, maar dat
in enkele gevallen het regime van de Boswet bepalend is,
zoals bijvoorbeeld bij het landgoed Lindenheuvel.
Jammer genoeg komt het vaak genoeg voor dat men zon
der vergunning tot het kappen van bomen overgaat. In
een dergelijk geval kunnen burgemeester en wethouders
een herplantplicht opleggen.
Bomen en buren
Bomen en heesters of heggen vlak bij de erfgrens leveren
soms hevige irritaties op. De wettelijke hoofdregel is dat
een eigenaar van een erf geen onrechtmatige hinder aan
eigenaars van andere erven mag toebrengen. Volgens het
Burgerlijk Wetboek kan 'hinder' ook bestaan uit het ont
houden van licht. Daarom heeft men volgens het B.W. het
recht om verwijdering van een boom te vragen als deze
binnen twee meter van de erfgrens staat. In Bloemendaal
is dat niet zo. Binnen de grenzen van de gemeente
Bloemendaal geldt een bepaling die is voortgekomen uit
het plaatselijke gebruik en daarin staat dat de afstand van
de boom tot de erfgrens 'nihil' mag zijn. Wat overhan
gende beplanting betreft: deze mag door de buren worden
weggehaald, mits men van tevoren de eigenaar van de
beplanting heeft gemaand om dit te doen en hem daartoe
de gelegenheid heeft gegeven. Vruchten van buurbomen
mogen slechts worden toegeëigend indien de vruchten op
het eigen erf zijn gevallen. Er bestaat geen plukrecht.
John Todirijo
20
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 2, zomer 1996