Het tegenwoordige Mariënbosch.
Helaas waren de hofstede plus opstallen in 1910 door
brand verwoest en in eenvoudiger vorm tot boerderij her
bouwd. In 1940 vond er een splitsing plaats van het land
goed Mariënbosch. Boerderij plus weilanden werden ver
kocht aan de heer R.E. Laan, die de boerderij in bijna
oude glorie van hofstede deed herleven, zonder dat er van
werkelijk 'boeren' sprake was. Het duingebied kwam iets
later in handen van de heer J.J. Laan.
De Kleine Johannes
Mariënbosch heeft echter niet alleen historische betekenis
omdat het altijd een rol heeft gespeeld in het spel van
lanen, wegen en buitenplaatsen in Kennemerland, maar
ook als basis voor het, nog steeds tot de verbeelding spre
kende en van liefde voor de duinen en alles wat er leeft
getuigend, boek van Frederik van Eeden, 'De Kleine
Johannes', met zijn Windekind, Robertina en Pluizer. Het
sprookje uit het leven der dieren werd in 1886 uitgegeven
en ontbrak nadien in feite in geen enkele boekenkast of
bibliotheek. In het boek beschrijft Van Eeden de ronde vij
ver: 'Daar was een groot water, een vijver, waar witte
waterleliën dreven en het riet lange fluisterende gesprek
ken hield met de wind. Aan de overzijde lagen de duinen.
Het paradijs zelf was een klein grasveldje aan deze oever,
omringd door kreupelhout, waartussen het nachtegaals
kruid hoog opschoot. Daar lag Johannes dikwijls in het
dichte gras en tuurde tussen de schuifelende rietbladen
door, naar de duintoppen over het water.' De vijver wordt
daarna altijd vermeld als 'De kom van Van Eeden' - niet te
verwarren met de langgerekte vijver die de weilanden
doormidden snijdt en meer open in het landschap ligt.
26
Helaas, mijmeren aan een
waterplas terwijl de avond
valt, komt niet zo heel veel
meer voor. De rust die het
leven bood, is veelal veran
derd in een rusteloos zoe
ken. Toch zullen juist daar
om velen wel eens terug
verlangen naar die vijver,
die kom, waar Johannes
zijn Windekind ontmoet
te... De kom was het
meest idyllische plekje van
Mariënbosch. Een grote
ronde vijver met riet en
wilgen er omheen, een
klein stukje duin dat zit
plaats bood om 's avonds ongestoord te genieten van de
ondergaande zon, de rust van het water, de invallende
eenden en de weerspiegelingen zo treffend door Van
Eeden beschreven.
De duiker
De kom werd omgeven door een pad, omzoomd met
eiken hakhout. Dat pad is er nog steeds. De weilanden,
met koeien, met roep van kievit en wulp, met hooiwagens
in de zomer om het voer voor de winter binnen te halen,
werden uiteindelijk sportvelden en geven op die manier
velen ook een gezonde vreugde. Ook kan men nog de
'duiker' terugvinden, zij het in vervallen staat, die ervoor
zorgde dat de waterstand, zowel in de vijver als de kom
en in de vele sloten die de weilanden doorkruisten, op
peil gehouden werd. Een 'duiker' is een gang die water
onder een dijk of weg doorvoert. Hier is het uiteraard de
verbinding van het water uit de vijver naar de kom.
De hooiwagen op het land.
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 2, zomer 1996