Noten:
Huize Bloemoord aan de Bloemendaalseweg 125. Links de Patnahuisjes,
in het midden hofstede Sparrenheuvel. Opname april 1995.
Later, in 1823 werd hij burgemeester van Bloemendaal.
Tot aan zijn dood in 1853 zou hij deze functie vol over
gave uitoefenen en Bloemendaal een warm hart toedragen.
Rouwens kende in zijn tijd de vele buitenplaatsbewoners
van nabij en hij moet ongetwijfeld zelf ook de wens heb
ben gehad om riant te wonen. Die wens gaat in 1 842 in
vervulling als hij van bakker Stegerhoek de voormalige
blauwselfabriek koopt en zijn plannen gaat uitwerken.
In de overdrachtsakte van Blauwsellust werd vermeld dat
de opstallen van de fabriek reeds zijn afgebroken, maar dat
het woonhuis en een gedeelte schuur nog aanwezig is
(26).
Bloemoord en de Patnahuisjes
Nicolaas Rouwens liet er geen gras over groeien en begon
meteen na de overdracht de nog overige opstallen, waar
onder het woonhuis van de blauwselfabriek, met de grond
gelijk te maken. Kort daarna liet hij er zijn buitentje
'Bloemoord' bouwen en de achtergelegen 'Patnahuisjes' als
bedrijfs- en personeelswoningen. Bloemoord bestaat dan
uit een ruim huis voorzien van negen fraai behangen
kamers met aan de straatzijde een koepelkamer (theekoe
pel), grote kelder, keuken en droogzolders, een sierlijk
aangelegde tuin met tuinhuisje. De Patnahuisjes bestaan uit
een gebouw voorzien van twee werkmanswoningen, elk
met twee kamers, een koetshuis met stalling voor vier
paarden, een schuur en daarboven een zolder. In het zoge
noemde 'koetshuis van burgemeester Rouwens' is reeds
vele jaren de smederij van de firma Van Riessen gevestigd
(27) en Bloemoord herbergt al enige tijd de stichting
Welzijn Ouderen Bloemendaal, in de wandeling de 'WOB'
genoemd.
Wim Post
1De Heemsteedse blauwselfabriek stond aan de Binnenweg tot
de Haarlemmermeer op de grens met Bennebroek. Op 8-1-
1 773 gekocht door M.A. van Eyck, vervolgens zijn dochter
Maria Moerbeek-Van Eyck. Veiling fabriek 5-4-1830 Not. H.
Gerlings. Koper wordt N. van Lunenberg te Berkenroode
(RAN-H, Hyp.Reg. deel 1153 en Not.nr. 185, 5-4-1830).
(2). Mr. C.W.D. Vrijland, geschiedenis van Bloemendaal en
Aerdenhout, 1975, pag. 175.
(3). J.M.A Pon, Sparrenheuvel 1961, pag. 20.
(4). Mr. C.W.D. Vrijland, Bloemenheuvel en het Anker, jaarboek
Haerlem 1950, pag. 51.
(5). RAN-H, O.R.nr. 1066, 28 april 1632, pag. 117-118.
(6). RAN-H, O.R.nr. 1067, pag. 111,2-1-1641.
(7). GAH, 2-1-1658, inv.nr. 241, pag. 20.
(8). GAH, transporten van 1707, inv.nr. 76.99.
(9). GAH, Not.nr. 688, 21 okt. 1709.
(10). GAH, Not.nr. 693, 5 nov. 1714.
(11). GAH, transporten, nr. 76.99, pag. 190.
(12). GAH, Not. M. van Cleijnenberg, 1-6-1718, inv.nr. 69, nr.l.
(13). GAH, Not. 16-7-1714, nr. 693, nr. 115.
(14). Mr. C.W.D. Vrijland, Bleek en Berg, Jaarboek Haerlem 1986,
pag. 135.
(15). RAN-H, O.R.nr. 1074, 17 maart 1718.
(16). RAN-H, O.R.nr. 1076, 8 mei 1731.
(17). RAN-H, O.R.nr. 1077,23-1 1-1739.
(18). RAN-H, O.R.nr. 1083, 3 maart 1796.
(19). GAB. nr.5.
(20). GAH, Not. Schol ting, nr. 1557, 23/25 nov. 1805.
(21). RAN-H, O.R.nr. 1086, 6-2-1806.
(22). RAN-H, O.R.nr. 1085, 15-1-1802.
(23). Als in 1832 haar vader Wouterus C.Schuller, azijnmaker van
beroep, is overleden, erven zij twee derde in de gebouwen
van zijn azijnmakerij gelegen aan de Bakenessergracht hoek
Vrouwesteeg te Haarlem. RAN-H, Hyp,Reg. Haarlem 6 juni
1832, deel 1166, nr. 20.
(24). RAN-H, Not.nr. 185, 364, 9 maart 1842.
(25). RAN-H. Not. Ter Hoffsteede nr. 185-akte 364, 9 maart 1842.
(26). Hyp.Reg. Haarlem deel 33, nr.67, 15 juli 1842.
(27). Haarlems Dagblad, 5 sept 1940.
Afkortingen: RAN-H: Rijks Archief Noord-Holland (Haarlem)
GAH: Gemeentearchief Haarlem
GAB: Gemeentearchief Bloemendaal
16
Ons Bloemendaal, 20e jaargang, nummer 3, herfst 1996