"Zondigefilmsterren als Greta Garbo, Lilian Harvey en Kathe von Nagy
te zien hoe de zieken met particuliere auto's werden afge
haald. De laatste dag was er dan ook nog de bisschop van
Haarlem. Hervormden werd aangeraden zoveel mogelijk
bij protestantse leveranciers te kopen. Als kind kreeg je
daarover duidelijke instructies. Maar wij zelf hadden, heel
inconsequent, een Roomse kruidenier!..."
Christelijke hoek
De heer G.W. Halster vertelde een en ander over zijn jeugd
in het Bos- en Duinkwartier, waar hij in de 'christelijke'
hoek opgroeide. Zijn jongens-jaren vielen net na de
Tweede Wereldoorlog, een tijd dat men zich nog niet veel
kon permitteren. Een fiets had hij bijvoorbeeld niet. Maar
je kon toen nog wel spelen op Wildhoef en kijken hoe de
leerlingen van de militaire stormschool hun groene baret
ten verdienden en daarvoor een Tarzanbaan moesten leren
nemen. Hij was lid van de Christelijke Jonge Mannen
Vereniging (CJMV), die in het Jeugdhuis bijeenkwam. Iets
bijzonders was het als daar een film gedraaid werd. Enkele
jaren later had hij eindelijk een fiets en hoogtepunt van
het jaar was het toen om met de CJMV in tenten te gaan
kamperen. Dat de Verzuiling overigens hier in
Bloemendaal niet al te streng werd toegepast, blijkt wel uit
het feit dat Valster in de jaren vijftig bij een rooms-katho-
liek aannemersbedrijf ging werken en er tot aan zijn pen
sionering veertig jaar in dienst bleef.
Openbare hoek
Uit de 'openbare hoek' dank ik mevrouw Duinker, weduwe
van het vroegere hoofd van de Bornwaterschool en zelf
oud-onderwijzeres, mevrouw
T. Borst-Weill, mevrouw A.S.M. Wittgreve-van Daalen, de heren
C. de Jong en Chr. de Nooijer voor hun jeugdherinneringen,
waarvan ik een collage maakte.
De heer en mevrouw Duinker waren beiden overtuigde
aanhangers van het openbaar onderwijs en ook lid van de
progressieve Vereniging voor Volksonderwijs. Er was dus
geen twijfel mogelijk aan wat voor soort school ze zouden
lesgeven. Overigens was openbaar onderwijs ook echt
openbaar en betekende dit, dat er geen politiek bedreven
werd en geen bijbelonderricht gegeven werd.
Van het viertal oud-leerlingen is de heer De Jong de oud
ste, geboren in 1919. Zijn vader was directeur van
Publieke Werken. Toen hij naar school moest kwamen de
hoofden van zowel de Bos- en Duinschool, als van de BSV
uitdrukkelijk vragen of vader De Jong de jonge Cees niet
naar hun school wilde sturen. Maar De Jong, afkomstig uit
een familie van Zuid-Hollandse baggeraars, was principieel
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997
15