nen en wissels te bedienen, gesloopt. Het aanzien van het
station bestond nu uit een hoog middendeel, terwijl de
beide lage vleugels van verschillende lengte waren. Door
architectuurhistorici wordt het station in Bloemendaal
omschreven als 'een landelijk gebouw met lange dekhellin-
gen en asymmetrische gevels'.
Luchtbrug
Op oude foto's van het station kan men zien dat treinreizi
gers in de richting Alkmaar zich over de rails naar het
middenperron moesten begeven. Uit veiligheidsoverwe
gingen werd in 191S een luchtbrug gebouwd, die voor
taan toegang tot de perrons verschafte. Door deze opval
lende ijzeren voetbrug, die niet overdekt was, veranderde
het karakter van de stationsomgeving enorm. De luchtbrug
werd in 1932 vervangen door de bouw van een tunnel. In
diezelfde tijd werden de reizigers verblijd met wachtruim
tes die op het middenperron werden geplaatst.
Forensen
Aan het begin van deze eeuw lieten welgestelde
Bloemendalers zich met de koets naar het station brengen
om hun reis per spoor te vervolgen. In de interbellum
periode (1918-1940) nam het reizigersvervoer op het sta
tion enorm toe. Niet alleen ging De Binnenlandsche sedert
1925 aan de kruising van de tramlijn Haarlem-
Bloemendaal met de spoorlijn Haarlem-Yelsen het
Kinheimpark - middenstandswoningen - exploiteren, maar
tevens profiteerde het station Bloemendaal van het woon
werkverkeer van ambtenaren die in de nabijgelegen nieu
we kantoorgebouwen van het Provinciale Waterbedrijf, het
Provinciaal Electriciteitsgebouw Noord-Holland (het des
tijds zo bekende PEN) en het Provinciaal Ziekenhuis, hun
intrek namen.
Naast het personenvervoer vond destijds in beperkte mate
goederenverkeer plaats. Het spoorwegstation werd slechts
gebruikt voor het lossen van kolenwagens.
Nieuwe bestemming
In de jaren zeventig van deze eeuw maakte het station een
steeds verwaarloosder indruk. Omdat al enkele malen was
gesproken over een eventuele afbraak van het station bleef
het noodzakelijke onderhoud lange tijd achterwege. Het
station werd in 1982 verbouwd. Het gebouw, de perrons
en de wachtkamers werden aangepast aan een nieuwe
huisstijl van de Nederlandse Spoorwegen. Daarbij werd het
stationsgebouw zoveel mogelijk in de oude stijl gelaten.
Een eerdere poging van de Nederlandse Spoorwegen om
in het station versnaperingen en sigaretten te verkopen
werd in januari 1979 door het Bloemendaalse gemeente
bestuur verhinderd. Het station mocht niet ontaarden in
een snoep- of tabakswinkel, die bovendien concurrerend
zou werken voor de plaatselijke middenstand.
Nu, in de jaren negentig, vindt er bij de Nederlandse
Spoorwegen een hernieuwde discussie plaats over de toe
komst van de kleinere stationsgebouwen in Nederland.
Drs. H. Spijkerman
Geraadpleegde bronnen:
H. Romers, De spoorwegarchitectuur in Nederland 1841-1938,
(Zutphen, 1981).
W. Bierens de Haan, 'De spoorwegstations in de gemeente Bloemendaal',
in: Ons Bloemendaal, 7e jrg., nr. 1, jan-mrt 1983, pag. 23-25.
M. Vermooten en T. Smit, Spoortocht langs oude en nieuwe stations.
Noord- en Zuid-Holland en Flevoland, (Den-Helder, 1989).
Rapport Zuid-Kennemerland, Monumenten Inventarisatie Project Noord-
Holland.
P. Hoekstra, Bloemendaal, proeve ener streekgeschiedenis, (Wormerveer,
1947).
Knipselarchief Gemeente Archief Bloemendaal.
Privé-knipselarchief, Haarlems Dagblad, 14 februari, 1 maart, 4 novem
ber 1995, 26 maart, 2 april, 6 april, 24 september, 7 oktober, 26 okto
ber, 22 november, 30 november 1996 en 20 januari 1997 (station
Bloemendaal)
Privé-knipselarchief, Haarlems Dagblad, 30 april, 28 mei, 16 oktober en
14 november 1996 (opheffen onrendabele lijnen/stoptreinen)
Gemeente Bloemendaal, Publieke Werken, bouwdossier nr. 803.
Gemeente Bloemendaal, Oud-archief, Bloemendaals Stelsel, inv.nr. 44d.
36
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997