gulden van een aantal vermogende particulieren die ieder duizend harde guldens schonken. In de gemeenteraad werd Van Geluk hierom unaniem geprezen. Het was dui delijk dat iedereen, de burgemeester Jhr. Mr. C.J.A. den Tex incluis, opgetogen was nu eens iets leuks te kunnen realiseren. Hierbij hoefde men zich geen zorgen te maken over de huisvesting van eigen Bloemendalers, repatrianten of teruggekeerde politieke delinquenten. Men hoefde zich niet teweer te stellen tegen het Ministerie van Defensie dat het bejaardenoord Duinoord als Marine Hospitaal had gerekwireerd en meteen ook een ruime villa voor huisves ting van personeel vorderde. De bewoners moesten maar zien dat ze elders onder dak kwamen. Ook de Noord-Zuid Hollandse Vervoer Maatschappij droeg bij. Zij verwachtte kennelijk het publiek met bussen vol te kunnen aanvoeren, wat inderdaad zou gebeuren. Kabelbaan De pers was - haast slaafs - enthousiast. Alleen de Nieuwe Haarlemse Courant stak goedmoedig de draak met het plan en vermeldde, dat Van Geluk ook nog in het diepste geheim bezig was met de voorbereiding van de 'eerste Bloemendaalse luchtlijn', een kabelbaan die vanaf 't Kopje heel ver weg in een duinvallei zijn eindpunt zou hebben. De kabelbaan zou, samen met de 'goudrondstrooiende' uitkijktoren op 't Kopje, waar de mensen betaalden om er de reclame op de borstwering te kunnen zien, het Openluchttheater en de serie amfibietanks (de Ducks') op het strand, de gemeente schatrijk maken. Geschrift De Heer Bos was Van Geluks steun en toeverlaat. Hij leverde zijn bijdrage niet in duizend gulden maar in dui zend uren werk in zijn vrije tijd, waarin hij alle ontwerp tekeningen voor de bouwwerken maakte: de kelderruimte onder het speelveld voor elektrische apparatuur en souf fleurshok, de vijver voor een goede akoestiek, de tribunes, kleedkamers, kiosk en toegangsgebouwtjes. Samen met Van Geluk zocht en vond hij her en der het nodige mate riaal. Hij leidde de uitvoering van het werk. In zijn geschrift wordt het allemaal minutieus beschreven; hier slechts enkele voorbeelden. Om aan duurzaam hout voor de banken op de tribunes te komen werd er een overeen komst gesloten met zagerij de 'Eenhoorn' aan het Spaarne in Haarlem. In ruil voor een flink aantal eikenbomen, te hakken in het Bloemendaalse bos, leverde de 'Eenhoorn' een partij reeds gewaterde stammen, die tot planken wer den gezaagd. Hoewel het Bloemendaalse bos in de hon gerwinter behoorlijk was uitgedund, konden deze bomen kennelijk ook nog wel gemist. Van een kapvergunning die ook de gemeente zou moeten hebben, was toen nog geen sprake. Ook bakstenen om de gebouwen op te trekken waren niet te koop. Op de gemeentewerf lag een partij klinkers, maar bij lange na niet voldoende. Geen nood: de Van Alphenlaan in Aerdenhout werd eenvoudig opgebro ken. Als verharding kwam daarvoor in de plaats gebroken puin, in die tijd in ruime mate voorradig, met daarover heen asfalt. Het beton voor de bekleding van de tunneltjes werd eveneens gemaakt van puin in plaats van grind met cement. De masten voor de verlichtingsinstallatie werden in eigen beheer door Publieke Werken gelast van oude verwarmingsbuizen van de kas van de gemeentekwekerij in Aerdenhout. De lage paddestoellampen die het publiek de weg wezen langs de paden waren zelfgemaakt van koperen schelpvormige armaturen, in het magazijn aanwe zig. Dat dit geknutsel veel tijd nam, deed er niet toe. Het personeel was aanwezig en toegewijd en het uurloon slechts 1,20. Overigens wist niet iedere arbeider precies waar dit Openluchttheater eigenlijk toe diende en of het ook iets 'voor het volk' werd. Het enige vrouwelijke raadslid, Mevrouw Fahrenfort-Meuffels, drong er op aan toch meer voorlichting te geven. Meer kritische opmerkin gen zijn er in de raadsnotulen van het jaar 1948 over het Openluchttheater niet te vinden. Of het moest zijn, dat het raadslid Hijszeler tegen het gebruik op zondag was, maar voor zijn bezwaar kreeg hij geen meerderheid achter zich. Dankzij de eendrachtige samenwerking, maar ook omdat het mogelijk was zonder inspraak en met achteraf verkre gen vergunningen van 'Het Nationaal Plan' (voorloper wet Ruimtelijke Ordening), 'Wederopbouw', Gedeputeerde Staten van Noord Holland en de 'Duinafgravhigscommissie' te werken, kwam het theater in onvoorstelbaar korte tijd voor elkaar. Zelfs heesters en bomen konden onder leiding van de chef plantsoenen, P.C. van der Maas, op tijd de grond in komen en werden met kunst en vliegwerk aan het groeien gebracht. Tussen het autoritje naar het Koningin Wilhelminapark van vader en zoon De Jong en het echtpaar Van Geluk in de herfst van 1947 en het eerste concert door de Haarlemse Concert Vereniging op 11 augustus 1948 lag nog geen jaar tijd. Begin september was de gemeenteraad in feestelijke verga dering bijeen ter herdenking van het vijftigjarig regerings jubileum van Koningin Wilhelmina. De deadline was gehaald. Openingsvoorstelling Het theater trok meteen geweldig veel belangstelling. In de landelijke pers werd veel aandacht besteed aan de ope ningsvoorstelling, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho van Pieter Langendijk onder regie van Louis Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 3, najaar 1998 17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1998 | | pagina 17