Restauratiekosten
Waarom duurt zo'n restauratie zo lang? Ton en Ingrid
werken wel met deskundigen, de architect J.H. Smidt en
het aannemersbedrijf Le Noble en Goddijn, beiden uit
Haarlem, maar ze doen ook heel veel zelf. Vrienden en
vriendinnen helpen met het grote en grove werk als slo
pen en graven en het afbikken van stenen en het schilder
werk. De meeste tijd zit hem echter in het papierwerk!
Plannen maken, subsidie aanvragen en de financiering
regelen, daar gaat heel wat energie in zitten.
Het was ruim tien jaar geleden al helemaal moeilijk om
wegwijs te worden in subsidieland, maar Ingrid is zo
langzamerhand een kenner. Om als eigenaar van een rijks
monument voor subsidie in aanmerking te komen moet
de gemeente je voordragen en de toegezegde subsidies
ook uitbetalen. Die toegezegde subsidie krijg je echter pas
jaren later, en dan nog over een aantal jaren uitgesmeerd,
ieder jaar een klein deel. Voor hele grote uitgaven is het
wel mogelijk een voorfinanciering te krijgen uit het
Nationaal Restauratie Fonds.
Natuurlijk wordt niet alles betaald. De subsidie geldt alleen
het casco (de constructie) en de buitenkant, omdat in dit
geval de binnenkant niet monumentaal is. Daarbij gaat het
Rijk ervan uit dat 40% van de kosten beschouwd kan wor
den als het 'normale' bouwen van de woning. Dat moet
de eigenaar dus zelf betalen. De regeling '60% subsidie-
40% eigen kosten' is onlangs omgezet in een SO/SO rege
ling, zodat de eigenaren van panden die gerestaureerd
worden alweer op hogere lasten zitten. Juist omdat een
restauratie door de uitgesmeerde subsidie soms jaren kan
duren, zie je de kosten door de indexering in die tijd
geducht stijgen.
Omdat De Knip feitelijk een onbewoonbare bouwval was,
zonder vaste trappen, sanitair, gas of riolering, heeft
Ingrid Swakman van de gemeente nog aanvullende subsi
die gekregen voor woningverbetering.
Aa n het werk
Dat het een bouwval was, dat hebben zij geweten. De
Knip had heel wat verrassingen in petto, zoals de boom
wortels die het huis waren ingegroeid en de fundering
hadden weggedrukt, zodat hele hoeken van het gebouw
moesten worden vervangen. Trouwens, de fundering bleek
minimaal. De oude blekerij was zo op het veen gebouwd,
iets dat in deze tijd echt niet meer kan. Vertraging was
weer het gevolg. Ook moesten de gemetselde muren
onder het maaiveld goed gerestaureerd worden om
optrekkend vocht geen kans te geven.
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 3, najaar 1998
7